362
raadplegen. Dit leek des te eer mogelijk, daar de tweede uitgave,
voor zoover mij bekend, nergens in de pers werd besproken.
Dat men door die tweede uitgave voortdurend bedacht was op ver
betering had zeker niet onopgemerkt behoeven te blijven. Vol
maakt zal het voorschrift wel nooit worden, omdat er dikwijls
wat nieuws op ander gebied komt, waarmede de geneeskundige
dienst telkens weer opnieuw zal te rekenen hebben.
Welnu in de lezing van 29 November is een massa
„te vinden, waarmede het hoofdbureau van den geneeskundigen
„dienst zijn voordeel kan doen en waardoor de officieren van
„gezondheid individueel hun taak in oorlogstijd kunnen leeren
„begrijpen".
Die slotzin was wel eigenaardig; hierin toch werd niet vol
staan met de lezing aan te bevelen bij een deel van het pu
bliek, dat anders wellicht onkundig zou zijn gebleven van deze
belangrijke discussie op speciaal militair-medisch gebied; de
steller ging namelijk verder en meende bovendien een goeden
raad te moeten geven aan het lichaam, waar de belangen van
den militair geneeskundigen dienst behartigd kunnen worden,
gebruik makende van veel vollediger gegevens om de kwestie
te overzien dan voor een outsider als den schrijver van het
artikel bereikbaar kunnen zijn.
Al spoedig werd het vermoeden, dat een zeer lichtvaardig
oordeel was geveld, tot zekerheid. Het geciteerde artikel kon
alleen op een of ander verslag over de lezing steunen, daar het
origineel nog niet in Indië te verkrijgen was en eerst 20 Fe
bruari hier aankwam. Een uitgebreid verslag, opgenomen in de
maileditie van de N. Rott. Ct. van 3 December, was in het
begin van Januari beschikbaar. Daaruit getrokken conclusies kon
den dus b. v. geen rekening houden met de niet gerefereerde tegen
werpingen van kolonel Quanjer en met die, welke door generaal
Thiange tegen sommige onderdeelen van dr. Boland's betoog
waren te berde gebracht.
De krachtige woorden en vergaande conciusies in het artikel
van 10 Januari zouden dan ook geen verweer hebben uitgelokt,
indien niet het laatst verschenen Ind. Mil. Tijdschrift onder
het hoofd „Legervraagstukken in de Pers" een referaat bevatte,
waarin de redactie in eenigszins anderen vorm een paar der