370 zeer gering, en het eigenlijke werk moet toch door afgerichte artilleristen verricht worden. Bovendien staat hier ook tegenover, dat onze vesting-artillerie in bergterrein moet optreden, waar de behoefte aan peilers, waarnemers en telefonisten bijzonder groot is. Waarom worden niet alle kanonniers bij ons opgeleid voor vesting-artillerist en onderricht in alle betrekkingen, welke een vesting-artillerist moet kunnen vervullen Tijd en gelegenheid is er genoeg. Wanneer de kanonnier goed op de hoogte is hoe een stuk bediend moet worden, is het doel van de exercitie m.i. bereikt; waartoe is het noodig dat hij precies volgens het legle- ment alle verrichtingen in de puntjes weet te doen, wanneer de hoofdzaken „doel" en „waarneming" hierdoor op den achter grond raken? Geschut-exercities moeten dan ook slechts gehouden worden om de vaardigheid in het bedienen van een vuurmond te onderhouden en kunnen tot een minimum beperkt worden. Naar buiten Daar valt veel te leeren. In het terrein, daar oefent de kanonnier zijn lichaam en geest. Terreinkennis opdoen, peilen, waarnemen, kaartloopen, afstanden schatten, telefonen aan leggen, de telefoon gebruiken ook wanneer de draad niet langs een mooien weg over bamboes gespannen en maar 50 M. lang is, richtoefeningen en nog talrijke andere oefeningen kunnen de manschappen leeren om in en buiten de stelling goed bruikbaai te zijn Bovendien houden deze oefeningen de menschen wakker, brengen leven en „schwung" in den man. Het is mij toch vaak opgevallen, dat bij een theorie door de kanonniers meer ambitie wordt getoond en zij veel bevattelijker zijn, wanneer die in het terrein of na een terreinoefening wordt gehouden dan wanneer zij eerst een tijdje in de kazerne geschutoefening hebben gehad. De geheele compagnie moet aan al de oefeningen meedoen, terwijl de besten kunnen worden aangesteld tot „peiler en waar nemer" enz. Later kunnen deze den onderwijzer weder behulp zaam zijn met de oefeningen van de anderen. Zoo o. a. de opleiding der richters. Het mag dan toch ni«t voor komen, dat een gegradueerde niets weet van indirekte richting, of van eenig instrument, omdat hij geen richter is Die gegra dueerde moet ook als batterij-commandant kunnen optreden bui ten het schietterrein en tegen alle mogelijke doelen. Men ziet steeds richtmethodes beoefenen en theorieën houden over richt-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 392