- 371 middelen enz. uitsluitend met richters, terwijl bij zoo'n oefening de rest w. o. aanstaande batterij-, sectie-, stukscommandanten maar met wat anders worden bezig gehouden. Al heeft een commandant de beschikking over een richter, hoe zal hij in staat zijn om diens verrichtingen te controleeren, wanneer hij er niet zelf mede op de hoogte is? Bovendien moet hij eenige reserve hebben of zelf kunnen invallen wanneer dit noodig is. Waarom ook hier niet allen meedoen en alleen laten zij, die voldoen aan de eischen gesteld bij Art. order No. 29, aanstellen tot richters? Bij deze methode krijgt men even goed specialiteiten op ver schillend gebied, maar tevens het groote voordeel, dat die bij afwezigheid kunnen worden vervangen. Bovendien krijgt de man meer zelfvertrouwen. Wanneer nu een instrument te voorschijn komt, staat minstens de helft angstig te kijken, dat hen zal wordt aangezegd dat „rare ding" te behandelen en men heeft wel 50% kans tot antwoord te krijgen „ik heb't nooit geleerd, ik ben geen Voorts is het gewenscht dat bij de compagnieën voor elke op leiding steeds eenzelfde onderwijzer wordt bestemd, welke voor eenigen tijd met die bepaalde oefeningen belast is. Hierdoor krijgt men een geleidelijke oefening, daar de onderwijzer steeds weet hoever zijn leerlingen gevorderd zijn en zijn oefeningen daarnaar regelt. Eenigen tijd geleden kwam ik bij eene compagnie en moest eene oefening met peilers en waarnemers houden in een vrij lastig terrein te Batavia. Noch de pas aangekomen com pagnies-commandant noch ik kende de menschen, en het gevolg was dan ook, dat van de oefening niets terecht kwam en ik beginnen moest met de eerste beginselen op het Koningsplein, waar wij enkele opvallende punten gemakkelijk op de kaart konden terugvinden. Het geval kan zich voordoen, dat zoo'n oefening volgens den ontvangen last toch wordt doorgezet, waar mee geen ander doel bereikt wordt dan verknoeien van een massa tijd. De fout lag dus hier in het onbekend zijn van den onder wijzer met de kennis van diens leerlingen, wat zich niet zal voordoen wanneer de onderwijzer steeds de leiding bij die oefeningen gehad heeft en bij zijn optreden voldoende inlichtingen heeft gekregen van zijn voorganger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 393