Iets over Batterij-dienst en Batterij-bouw
V esting- Artillerie»
bij de
(met plaat 14 en 15)
Hoewel de bepalingen van het „Voorschrift op den Batterij-
dienst" er op gericht zijn een zoo rustig mogelijken gang der
werkzaamheden in de batterij te bewerkstelligen, met het doel goed
te kunnen schieten en treffen zonder zelf getroffen te worden (dek
king!-, zien we, zoowel bij de garnizoensoefeningen als bij het werk
dadig vuren op het oefeningsterrein, dikwijls daarvan afwijken.
Het is natuurlijk zaak ons rekenschap te geven van de om
standigheden die van dat afwijken oorzaak zijn, opdat tijdig de
noodige verbeteringen kunnen worden aangebracht.
Die omstandigheden zijn:
le. De reglementaire geschutbediening bevat regels, die niet
in overeenstemming zijn met den eisch „dekking" bij den dienst
in de batterij.
2e. Veel exercitie- en oefeningsbatterijen zijn van verouder
den bouw.
Ad. le. Bij de geschutbediening moet beginsel zijn, dat nie
mand de dekkende borstwering verlaat dan als noodzakelijk
gevolg van zijn bedieningsfunctie.
Daarom moet het geheel overbodig genoemd worden dat No. 1,
die na de richting den opzet heeft uitgenomen (bij verschillende
vuurmonden), dezen wederom plaatst na het afgaan van het
schot. Hij moet daartoe immers uit zijn dekking komen, ter
wijl het hem in niets hinderlijk zal zijn, het instrument bij
zich te houden tot hij het ommiddellijk vóór de nieuwe rich
ting weer moet plaatsen. Met het oog daarop is toch ook bijv.
bij 12 c.M. Hw. Mr. de opzet van een stelring voorzien.