380 aanleiding gegeven, de praktische dienst is er niet minder goed om gegaan. Het zal vooral voor het kader een weldaad zijn, indien het niet ieder oogenblik naar lijmpot en schaar moet grijpen en men voorkomt het nu dikwijls voorkomende euvel van wijzigingsblaadjes op reeds vroeger verschenen dito, omdat de praktijk nog enkele veranderingen aan het nieuwe of gewijzigde materieel noodig oordeelde. 2e. Handboek voor de Vesting-Artillerie, Hoofdstuk XV XIX. Waar zich reeds jaren lang de behoefte deed gevoelen aan een voor schrift op de batterijbouw, het maken van bekleedingsmiddelen en ver sperringen, zal de verschijning van dit deel van het Handboek met vreugde begroet worden. Ook betreffende het leggen van beddingen is een klein gedeelte ingeruimd. Het hoofdidee waarvan is uitgegaan bij de afmetingen der op te werpen batterijen is, dat op den duur goen aardwerk bestand is tegen een heftige beschieting, terwijl een borstwering toch geen volledige bescherming tegen krombaangeschut geeft. Zoodra dus de tegenstander met zijne batterijen ingeschoten raakt, zal men na korten tijd geen voldoende dekking meer vinden achter de opgeworpen borstwering. Beter is het dus de dekking bestand te doen zijn tegen slechts enkele toevals treffers, en zoodra men bemerkt, dat de vijand de juiste plaats der batterij ontdekt heeft, deze te ontruimen en op eenigen afstand er van een nieuwe batterijstelling in te nemen. Het zou daarom tijd- en krachts verspilling zijn de zwaarte der dekking hoog op te voeren en als regel is dan ook een borstweringdikte van hoogste 4 M. aangenomen, die bij voldoende tijd en werkkrachten wel is waar vermeerderd kan worden, waartegenover echter staat, dat bij eersten aanleg reeds met een dikte van 1 M. kan worden volstaan. De grootste nadruk is echter gelegd op gezichtsdekking, een eisch, die steeds en overal aan de opstellingen van het Vestinggeschut gesteld zal moeten worden, met uitzondering van enkele batterijen bestemd voor het afslaan van stormenderhandsche aanvallen, waaruit direct vuur moet worden afgegeven en wier opstel ling trouwens op het laatste oogenblik eerst bekend wordt. Waar de troepen bestemd voor den stormaanval dan reeds binnen betrekkelijk korten afstand genaderd zullen zijn, zal de tegenstander uit vrees voor die eigen troepen af moeten zien van een zware en langdurige beschieting zoodat dus de dekking slechts bestand behoeft te zijn tegen een kort vuur uit licht (Veld) geschut en infanterievuur, waardoor met geringere afmetingen volstaan kan worden. Het handboek is verrijkt met een groot aantal teekeningen, die in een portefeuille verzameld, afzonderlijk worden uitgegeven. Om het kader eenig idee er van te geven, is in het laatste hoofdstuk een zeer beknopt overzicht gegeven van den gang van aanval en ver dediging, bevelvoering, munitie-voorziening en het in staat van verde diging brengen van stellingen. M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 402