386
niet langer, die betrekking kunnen vervullen en gedurende dien tijd voor
memorie bij het leger worden gevoerd.
Het Bat. Nieuwsblad vindt de vooruitzichten alles behalve verwerpelijk
voor candidaten met einddiploma eener hoogere burgerschool, doch voor
officieren een vrijwel opofferen van hun toekomst tegen een dadelijk
gewin. Laat ons hieraan toevoegen, dat toen deze maatregel in de be
grooting van 1908 was opgenomen, al dadelijk in den boezem van het
korps B. B. ambtenaaren de meening werd verkondigd, dat het half
werk was. Want de positie van civiel gezaghebber is er eene van
voortdurende ondergeschiktheid in den laagsten bestuursrang. Evenals het i
instituut van de onderluitenants tevens diende om een honderdtal luite
nantsplaatsen te bezetten, teneinde door een kleinere formatie voor luite
nants de bevorderingskansen te verbeteren, zoo kunnen de civiele gezag
hebbers beschouwd worden, niet alleen als fd. controleurs, om het
kort aan te vullen, maar ook als een middel, om de promotie bij
B. B. te verbeteren.
Doch dan zijn, gegeven de omstandigheid, dat de civiele gezaghebbers
steeds in de uithoeken zullen zitten, de vooruitzichten niet aanlokkelijk
genoeg, om zich een voldoenden toevloed te verzekeren van de krachten,
die men gaarne daarbij ziet geplaatst: jongelieden van zoodanige be
schaving en ontwikkeling, voorzien van zulke karaktereigenschappen, dat
hun een deel der bestuurstaak kan worden toevertrouwd.
Alleen, wanneer de maximum traktementen worden gebracht op 700
gld. zoodat een redelijk pensioen, na een lang niet gemakkelijken diensttijd
verzekerd is en wanneer de verhoogingen periodiek worden gesteld, dus
niet afhankelijk van willekeurige factoren, achtte onze zegsman de toe
vloed van goede krachten verzekerd. Ook al was het behalen van hoo
gere bestuursrangen in den regel uitgesloten.
Het laatste is aan eenige bedenking onderhevig, want de wotenschap
„het toch niet verder te brengen", doodt elke ambitie. En toch zal deze
maatregel in de toekomst een korps van twee soorten ambtenaren baren
opgeleide (bibit voor den hoogeren rang) en niet opgeleide (civiele ge
zaghebbers) Yoor deze laatsten mag de geldelijke prikkel wel krachtig
zijn, als elk ander vooruitzicht ontbreekt.
Voor het Leger en in de eerste plaats voor de Infanterie zal deze
maatregel voor het oogenblik een kleine opschuiving geven, om, wanneer
de „pro memorie" gevoerde officieren weder hun plaats komen innemen,
de promotie op gelijke wijze op te houden.
Jammer is het, dat de Regeering niet heeft kunnen besluiten voor
deze categorie van bestuursambtenaren, die, speciaal uit het officierskorps
getrokken, haar groote waarborgen geeft mannen te krijgen van flink
karakter, gewend aan den Staatsdienst en bezield met een krachtigen
ondernemingsgeest en initiatief, een gemakkelijke wijze van overgang naar
het vaste korps in het leven te roepen. Want eenmaal in het binnenland,
komt van studie voor het groot-ambtenaarsexamen niets.
We zien dat aan onze collega's, die vloeiend Atjehsch, Boegineesch en
andere talen hebben leeren spreken, doch zich niet willen wagen aan een
examen voor een bepaalde commissie. Zoo zal het ook gaan bij de civiele
gezaghebbers. Aan het geleverde werk kan toch een werkelijk deskundig
ambtenaar van hoogeren rang spoedig beoordeelen, of de candidaat kan