399 van den Hollander in zijn land, zou men dus met Hollandsche traktementen kunnen volstaan Dit lijkt absurd, doch komt dat niet omdat wij zelf de markt reeds bedorven hebben? Laten wij hieraan niet meer voet geven en de salarieering belangrijker lager bouden dan die der Europeanen. Wij achten zulks niet alleen volkomen billijk, doch gaan verder en achten een gelijke betaling, zoo al in bet belang der betrokken personen, voor de Indische, speciaal de inlandsche maatschappij zeer schadelijk" Ha te hebben aangetoond, dat de Inlandsche maatschappij wil zij ooit den strijd om het bestaan met andere Oostersche volken kunnen volhouden naast ijver eene groote soberheid als kenmerk moet dragen, spreekt de schrij ver als zijne meening uit, dat volledig onderwezen inlanders in eiken diensttak goede ambtenaren kunnen zijn en tóch volmaakt Javaan blijven. Hij behoeft dan niet de sociëteit te leeren bezoeken, whisky-soda te drinken, Hollandsche tafel te eten en in steenen huizen op wipstoelen te zitten, doch hij kan zijn omgang blijven zoeken bij andere ontwikkelde inlanders, wier ven men, enz. zeker niet minder zijn dan de onze. Schrijver stelt Japan als voorbeeld en zegt: ,,Welk een financieele kracht b v heeft dat land niet ontwikkeld; hoe zou dat ooit mogelijk geweest zijn, wanneer de ambtenaren daar eischen hadden gesteld als in Indië? Hoe zouden, zooals nu het geval is, alle kinderen daar goed onderwijs kunnen ontvangen, hoe een enorm sterk leger en vloot kunnen onderhouden worden? Luitenants ontvangen daar slechts 40 gulden 's maands en de andere traktementen zijn daarmede in overstemming Toch zal men, na het gebeurde met Rusland, van mij wel niet het bewijs verlangen, dat ze even deugdelijk zijn als de Europee- sche collega's. Nu is de inlandsche maatschappij door de Europeesche al zoodanig beïnvloed, dat aan dergelijke lage traktementen niet meer te denken valt doch tusschen deze en de Europeesche in Indië is ook een enorme afstand, waartusschen wol een middenweg te vinden is". Na aangetoond te hebben hoe treurig het dikwijls met de middelen der aanzienlijke Javaneu gesteld is, wekt het bij hem verwondering, dat de Javanen, eerst tuk op een plaats als officier, blijkende uit het groot getal adspiranten, dat zich opgaf, zich nagenoeg unaniem terugtrokken, alleen op grond van niet geheel financieele gelijkstelling met de Europeesche collega's voor wie, zooals werd aangetoond, de omstandigheden zoo geheel anders zijn. Schrijver neemt daarom aan, en wij onderschrijven zijne meening volkomen, dat de Javaan hierin niet geheel zelfstandig heeft gehandeld, maar aan den leiband van kortzichtige raadgevers loopt. Anders zou hij zijn belangen beter moeten begrijpen. De regeering kan nu wel gelijke betaling geven, doch wanneer dat systeem algemeen toegepast moet worden, zal de vervanging van Europeesche ambtenaren door inlanders weinig baten en stuurt ze bovendien de in landsche maatschappij in een richting, waarin voor haar weinig heil te vinden is. Intusschen, wat de animo dit jaar betreft om Inlandsch officier te worden voor zoover tot heden bekend, zullen 5 Menadoneezen en 9 Javanen om 12 plaatsen moeten dingen. Het examen wordt 1 Mei a.s. afgenomen te Menado, Soerabaja en Buitenzorg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 421