BOEKBEOORDEELING Een 100-tal onderstellingen voor oefeningen met twee partijen (compagnieën infanterie en onderdeden) met chromo-topografische kaart, door P. D. Buijze, majoor der Infanterie. In het voorbericht zegt schrijver, die als tacticus voor geen onzer een onbekende zal zijn, o.a. Het doel der uitgave is tweeledig: vooreerst biede zij gelegenheid voor eigen studie aan heD, die de on derstellingen op de chromo-topographische kaart 1.50.000 van Breda en Omstreken, welke aan de verzameling is toegevoegd, willen uitwerken voorts geve zij aan hen, die zetf onderstellingen moeten of willen ontwerpen ter uitvoering op andere terreineD, verschillende denkbeelden aan de hand, die als grondstag voor de nieuwe onderstelling zouden knnnen dienen. Wat de sterkte der gebezigde troepen aangaat nl. compagnieën in fanterie en onderdeeien c.q. met kleine afdeelinaen wielrijders en ca valeriekunnen dergeiijke oefeningen voorat toepassing vinden in het z.g. bataljoustijdperk, zoowel wanneer ééne als wanneer twee lichtingen onder de wapenen zijn. Uit den aard der zaak kunnen de denkbeelden ook benut worden voor het ontwerpen van onderstellingen voor oefeningen op de kaart, waarbij men de troepen, die bij de oefeningen op het terrein fictief moeten worden aangenomen, desserkiezende nu ook geheel of gedeeltelijk tot hun recht kan laten komen, enz. De Generaal majoor F. H. A. Sabron, voegt in een „Yoorwoord" hieraan toe Het ontwerpen van tactische onderstellingen en opdrachten voor oe feningen van officieren en kader is inderdaad niet gemakkelijk. Deze arbeid wordt moeielijker, naarmate de troepensterkte, waarover bij die oefeningen kan worden beschikt, geringer wordt. De kans om in on waarschijnlijkheden to vervallen, om een minder volledig inzicht te geven in de omstandigheden, waarin beide partijen verkeeren en moeten werken, neemt toe wanneer, bij het outwerpen der onderstellingen en opdrachten, de bedoeling voorzit, zelfs onderdeeien eener compagnie, min of meer zelfstandig, een bepaalde taak te zien uitvoeren. Wellicht meer dan eenig ander officier van ons leger, heeft de majoor Buijze, gedurende de zes jaren waarin hij, als kapitein, Hoofd van On derwijs voor de tactische en aanverwante vakken, verbonden was aan de Koninklijke Militaire Academie, de bezwaren kunnen ondervinden, aan het samenstellen van zulke tactische gegevens en opdrachten verbonden. Maar tevens heeft genoemde hoofdofficier, juist omdat het door hem

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 426