406 van wetten en moeten het dan ook toejuichen wanneer eene uitgave als deze, tracht in dat gebrek tegemoet te komen. We hebben evenwel één bedenking tegen zulk werk, namelijk, dat de uitleggingen niet zijn ge waarborgd door het D. v. O. Wel is de hoedanigheid van den bewerker ons eemgszin8 een borg, dat hij de gangbare meening vertolkt, doch meer waarde had het boekje gekregen, indien het door het Legerbestuur was aanbevolen. Intusschen, wat niet is, kan nog komen. We zouden schrijver dan evenwel den raad willen geven om zijn werk te vervolle digen, door alles op te nemen, wat betrekking heeft op het woningvraag stukom te beginnen met de Regelen voor het beheer der militaire ge bouwen en voor de toekenning van huisvesting enz. enz. aangevuld met wat hier en daar nog verscholen ligt omtrent onderhoud; dan het hier behandelde Tarief No 36 en van de geheele stof eene inhoudsopgave en een zakenregister. Wat dit laatste betreft, we hebben er tevergeefs naar gezocht, en dat maakt het naslaan moeilijk en tijdroovend. Aan het begin misten we de gebruikelijke inleiding, waarin we een kort geschiedkundig overzicht hadden verwacht van de wording van dit tarief en van het hoe en waarom der ferenwooordig gehuldigde begin selen, waardoor het w»rk ontegenzeggelijk zeer in waarde zou hebben gewonnen. We dachten hierbij aan de welbekende uitgaven van den Heer Abell, referendaris aan het D. v, O. in Nederland, zooals die be langrijke wetten verklaart en toelicht, en hadden dan stellig een antwoord verwacht op zoo talrijke vragen als, om maar eens te noemen waarom het Legerbestuur in zake huishuur met halve maanden reken in tegenstelling met de usances in de burgermaatschappij en zelf in hotels. We hebben gemeend op enkele leemten de aandacht te moeten vestigen in de hoop, dat schrijver bij eene nieuwe uitgave er rekening mede zal wil houden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 428