413 ten vertrouwen en waardeering van zijn minderen kan ten deel vallen. Zelfs is dit niet- wel mogelijk als de mindere alleen maar in eigen oog op een belangrijk punt boven den meerdere uitsteekt en deze zelfoverschatting is een zeer veel voor komend verschijnsel bij jonge lieden, voortspruitende uit gebrek aan levenservaring en onvoldoend inzicht in de moeilijkheden van een hoogere betrekking. Nu is het niet wel mogelijk de keuze der meerderen aan het ideaal te doen beantwoorden en toch moeten de onvol maakte meerderen gehoorzaamd worden, wil het leger één geheel uitmaken. Daarvoor is bij de minderen nog iets anders noodig dan vertrouwen en waardeering en wel de ingeprente geest van gehoorzaamheid. Ieder meerdere moet daarin steun vinden Hoe meer de tucht kan berusten op onderling vertrouwen en waardeering, des te gezonder is zij en het is ieders plicht naar dit ideaal te streven, maar de geest van gehoorzaamheid kan niet worden gemistbeide gevoelens moeten elkaar wel is waar aanvullen, doch waar een militair ieder oogenblik een anderen chef kan krijgen en er bij hem dus aanvankelijk van vertrou wen en waardeering geen sprake kan zijn, moet die geest van gehoorzaamheid, ook ten aanzien van bepalingen en voor schriften, volkomen zijn en het leger geheel be heerschen. In dit opzicht is er geen verschil tusschen oude en nieuwe richting; alleen had de oude richting tot het kweeken van dien geest eigenaardige afstompende middelen a. d. z. het onderdrukken van eigen meeniog, het veel gesloten excerceeren, het hechten van een overdreven waarde aan eenvormigheid tot in de ge ringste futiliteiten, het controleeren a outrance van de eenvou digste handelingen, waardoor een denkend mensch tot wanhoop of tot onverschilligheid werd gebracht. De nieuwe richting verwerpt die middelen, niet echter het doel, dat daarmee werd beoogd, de gehoorzaamheid. Dit is in den „Leidraad Oef. Opl. Inf." dan ook wel hier en daar te vinden „en dus" zegt H. B. „de tucht in het leger is nog even goed als vroeger." Neen, dit is niet juist, de ondervinding leert andersde geest van gehoorzaamheid is inderdaad achteruit gegaan, terwijl gebrek aan kennis van reglementen, voorschriften en bepalingengemakzucht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 435