415 de reglementen, die het leger tot een éénheid maken, die bij gezamenlijk optreden vertrouwen geven in de handelingen van anderen, niet worden gekend. En ik doel hier niet op voorschrif ten over eerbewijzen e. d. noch op den letter van de reglementen, doch op de onvoldoende kennis van den geest van b.v. het voor schrift op de excercitiën van de infanterie, hoofdstuk VI „Het ge vecht", misschien het belangrijkste reglement, dat we hebben. De „Leidraad" eischt, dat men die reglementen niet meer leertmaar bestudeert prachtig in theorie—; de practijk leert, dat velen zich tevreden stellen met enkele half begrepen alge meenheden en dat de kennis van inhoud en geest der regle menten veel te wenschen overlaat. Daaraan is ook schuld de A. O. No. 38 van 1903 over de wetenschappelijke bijeenkomsten. Niet dat ik deze terug zou willen hebben in haar ouden vorm Godbewaarmemaar men heeft met het vele kaf ook 't koren weggeworpen. Thans schijnt men hoogst bevreesd, dat officieren eenige blijken van kennis zouden kunnen geven, alsof daardoor hun practische bruikbaar heid zou worden geschaad. Het is waarlijk geen overdreven weelde, als de officieren van een korps telkens hun gedachten moeten laten gaan over een aangegeven onderwerp b. v. den geest van een hoofdstuk uit een reglement om dit dan onder leiding gezamenlijk te besprekenmen leert daardoor denken en zich uitdrukken en als men die bijeenkomsten dan maar niet wetenschappelijk noemt, kunnen ze veel nut hebben. Thans wordt bespreking van een willekeurig wellicht geheel nutte loos onderwerp geheel overgelaten aan hen, die op een of andere wijze de aandacht willen trekken, en een enkele, die uit zuivere belangstelling en ijver optreedt; op de anderen mag niet de minste invloed worden uitgeoefend. Dat besprekinsc van technische onderwerpen verboden is, moet vooral voor artillerie en genietroepen bedenkelijk worden geacht. Ook met de kennis van het militair recht is het droevig gesteldvroeger werden daaraan theorieën gewijd, dikwijls vervelend maar niettemin noodzakelijk; thans klagen auditeurs militair meer dan vroeger over slecht gehouden onderzoeken. In één woord, bij alle wapens is controle van de vakkennis 1) Ingetrokken bij A. O. 1907 No. 70. Bed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 437