423 - Hij deelt deze cavalerie naar zijne inzichten in bij de veilig heidstroepen, houdt echter voor zoover noodig eene kleine fractie daarvan bij zich, tot het houden van voeling met nevencolon nes en het verzekeren van het verband in zijne eigene troepen x). Ook hier moet versnippering dier cavalerie vermeden worden. Men deele haar zoo sterk mogelijk in bij de meest bedreigde veiligheidsafdeeling, waar zij werkzaam is onder de bevelen van den commandant daarvan. Zij vormt de oogen dier afdeeling, de noodige gevechtskracht moet deze zelf leveren. Hare taak is de doorzoeking van het terrein onmiddellijk vóór en zijwaarts van den marschweg wij beschouwen hier alleen de voorhoede-cavalerie ten einde de achter haar volgende in fanterie onaangename verrassingen te besparen. Die infanterie moet omgeven zijn en zich van tijd, tot tijd omgeven zien door actieve en waakzame patroulles, opdat zij rustig kunne marchee- ren tot het oogenblik van het gevecht. Onder het vrijwaren der infanterie tegen verrassingen is te verstaan, dat deze geen kanon- noch infanterievuur kan krijgen, zonder tijdig gewaarschuwd te zijn, noch blootstaat aan plot selinge aanvallen. Om aan deze eischen te kunnen voldoen moet de voorhoede cavalerie le in de bedreigde richting een zoo dicht patrouille-net op het terrein brengen, dat zich daarin ophoudende vijandelijke afdeelingen van eenige sterkte niet onopgemerkt kunnen blijven, 2e dat patrouille-net tot op een 4 a 5 K.M. den afstand van het werkzame artillerie-schot voor-en zijwaarts van de grootere infanterieafdeelingen uit kunnen brengen. In verband met terrein en omstandigheden, bepaalt de gelijk tijdige vervulling der beide genoemde voorwaarden de in een bepaalde richting in minimum aan veiligheidscavalerie benoo- digde sterkte. Immers het is duidelijk, dat naarmate de pa trouilles de voorhoede in wijderen boog voorafgaan, haar aantal grooter moet worden. Is geen voldoende cavalerie beschikbaar om aan beide voor- waaiden gelijktijdig te voldoen, dan moet de eerste voorgaan; 1) Voor dit bewaren van het verband alleen bij gemis aan wielrijder-ordonnansen, cavaleristen aan hun meer eigenlijken werkkring te onttrekken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 445