429 dan strijdt de cavalerie toch weldra in verband met de infante rie der voorhoede en verdient het daarom aanbeveling haar van den aanvang af daaronder te stellen. Neen, die cavalerie, d. i. de tactisch ophelderende, strijdt niet tenzij noodgedrongen doch zij zet hare verkenningen voort, en wel met des te meer krachtsinspanning, naarmate de be hoefte van den troepencommandant om een blik te slaan achter het scherm, dat de vijand door het inleidend gevecht zijner voorhoede tracht te vormen, toeneemt. Is er in front voor haar geen plaats meer, dan behoort zij op 's vijands flan ken, daar is nu de gelegenheid tot waarneming voor haar beter dan ooit, omdat de ondervinding leert, dat zoodra zich kanon- en geweervuur voorwaarts doet hooren, dit ieders aandacht zoozeer trekt, dat oprukkende afdeelingen de neiging hebben hare flankbeveiliging met minder zorg te bedrijven. De bevelhebber moet thans 's vijands bedoelingen trachten te doorgronden, hij moet weten waar deze zijne hoofdkrachten heeft samengetrokken, waar zijne reserves en zijne artillerie zijn opgesteld; deze gegevens zijn in de eerste plaats voor hem van belang, daarom moeten zij hem ook rechtstreeks geworden. Elke inschakeling van een tusschenpersoon tusschen hem en tactische opheldering is thans verkeerd, omdat tijdverlies daar van het gevolg is. Ten slotte bepaalt de derde alinea van punt 42, dat bij een terugtocht in beginsel de geheele cavalerie onder de bevelen gesteld wordt van den commandant der achterhoede. Deze bepaling is onverdedigbaar. De achterhoede beschermt de terugtrekkende macht tegen de rechtstreeksche vervolging. Pogingen daartoe worden haar ge meld door hare cavalerie (d. i. dus de cavalerie toegevoegd aan de veiligheidstroepen, hier de achterhoede-cavalerie). Dringt de vijand zoo sterk op, dat die cavalerie tusschen beide par tijen weg moet, dan behoort zij op de vleugels der achter hoede en meldt van daar pogingen tot omvatting, omtrekking of afsnijding der achterhoede tijdig aan den commandant dier afdeeling. Tegen de evenwijdige vervolging echter waarbij de tegenpartij tracht door geforceerde marschen langs evenwijdige wegen de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 451