430 terugtrekkende hoofdmacht voor te komen, ten einde haar den weg af te snijden of in de flank te vallen is de achterhoede machteloos, omdat de vijand, die hier in de eerste plaats groote marschsnelheid behoeft, wel zal zorgen dat zijne tot dat doel uitgevoerde bewegingen, buiten hare werkingssfeer vallen. Tegen deze zijne hoofdmacht rechtstreeks bedreigende bewe ging waakt de troepencommandant zelf, middels zijne d. i. de tactisch ophelderende cavalerie 1). (Wordt vervolgd). K. W. Rauh. Errata op het le gedeelte van dit artikel aft. 4. I. M. T.) blz. 828 regel 5 v. b. staat „reeds voor" moet worden: „reeks van" blz. 329 regel 21 en 22 v. b. staat „volbrengen" moet worden „over brengen." blz. 329 regel 28 v. b. staat „operatietooneel en moet" moet worden „operatietooneel. Moet" blz. 333 regel 13 en 14 v. b. staat: „wel dan stoot men onverwachts er op in" moet wordenof wel stoot men onverwachts, dan er op in." blz. 334 regel 5 v. o. staat: „aanvankelijke" moet worden: „aanmer kelijke" blz. 335 regel 10 v. b. staat „twee" moet worden: „Uwe", blz. 335 onder den laatsten regel opnemen Wordt vervolgd). 1) Zie ook de brochure van W. (Wirix) „Gebruik van Cavalerie".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 452