432 Vesting meer als een aanhangsel dan wel als een zelfstandig wapendeel beschouwd wordt. Maar dan rijst de vraag, welke die oorzaken dan wel mogen zijn. Nog slechts weinige jaren geleden werden op deze vraag steeds de twee volgende, toen steekhoudende antwoorden gegeven: le. De Bereden Artillerie is in het bezit van een behoorlijk wapen, terwijl de Vesting zich moet behelpen met geschut, dat eigenlijk dien naam niet verdient; 2e. Bij het bereden gedeelte heeft men althans kans te velde te gaan. Thans echter gaan deze beide antwoorden niet meer op; de Ber. Art. heeft hetzelfde geschut behouden en is daardoor vèr minderwaardig aan de Art. van welken B. V. dan ook, terwijl de Vesting juist geheel modern uitgerust is en zich, althans wat het geschuttype aangaat, gerust met dat der andere mo gendheden kan meten. Wat het te velde gaan betreft, de Veld-Artillerie wordt nimmer gebruist en de keeren, dat Berg.-Artie. wordt noodig geacht, schijnt men, en m. i. terecht, meer waarde te hechten aan een voor omstandigheden pasklaar gemaakt marinekanonnetje, dan aan onzen 7 c.M. K.A., jazelfs wordt meermalen de artilleristische taak geheel aan de marine overgelaten. In dit opzicht was dan ook de laatste Bali-expeditie een evenement en zeker zijn de resultaten er niet slechter door geweest. Wij zullen dus andere oorzaken moeten zoeken ter verklaring der in het begin van dit opstel genoemde feiten. En die zijn m. i. gelegen in: le. De slechts zeer tijdelijke plaatsing der artillerieofficieren bij dit gedeelte van het wapen 2e. De onzekerheid schuld van de in de laatste jaren dikwerf veranderde inzichten omtrent promotie of men zich niet sterk in zijn belangen schaadt door zich uitsluitend aan den dienst bij de Vesting-Artillerie te wijden; 3e. De al te groote zuinigheid bij het ter beschikking stellen van hulpmiddelen tot het houden van oefeningen. Tot het toelichten dezer drie oorzaken, lijkt het mij niet overbodig eens na te gaan, hoe werkelijk met de plaatsing der Art. Off. wordt te werk gegaan. Voor het hierbij heerschende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 454