- 443
worden tegenwoordig trouw de op dit punt bestaande voor
schriften opgevolgd, maar het afwisselen der oefeningen door
in de reeds jaren bestaande reeks nieuwe tusschen te voegen,
komt zoo goed als nergens, althans bij het Bataljon niet, voor.
Men brengt nu de diensturen door met tot in het wanhopig
toe herhaalde geschutexercitie en bediening onzer in de prak
tijk zoo goed als onbruikbare krachtwerktuigen, afgewisseld
door een zuiver reglementairen Co Batt.-dienst aan de hand van
een schietstaat „van verleden jaar" of wel door richtoefe-
ningen, waarbij nog steeds de bekwaamheid beoordeeld wordt
naar het richten met den controle-opzet. Vooral dit laatste
is een typisch staaltje van sleuralgemeen hoort men en
terecht de desbetreffende Art.-Order afkeuren, nochthans
schijnt geen der chefs er aanleiding in te vinden in dien geest
voorstellen in te dienen. Onmogelijk is het toch, dat men ten
hoofdbureele ongevoelig zou zijn voor eene opvatting, die bij
den troep algemeen is. Contröle-opzet-oefeningen op zich zelf
zijn prachtig bij recruten tot beoordeeling hunner geschiktheid
tot opleiding, maar we vragen een anderen maatstaf voor het
aanstellen of bevorderen van richters.
Zoo wordt nooit beoefend het zoeken van plaatsen voor tus-
schenbatterijen, het inrichten hiervan, het maken van telefo
nische verbindingen, het in staat van verdediging brengen van
een bepaalde terreinstrook, waaronder wij ook verstaan weg-
brug- en duikerverbeteringen, noodig voor het vervoer van ons
geschut Oefeningen met peilpatrouilles, waarbij een tegen
partij (Inf. en Art.) is ingedeeld, zijn slechts ééns gehouden.
Verder late men den C. Cten. grootere vrijheid in het samen
stellen van hun oefeningsprogramma; dit steeds een week vooraf
vast te stellen, zooals thans b. v. te Batavia gebeurt, is een
onmogelijkheid. Men schaffe de fortoefeningen af, leere den
menschen de behandeling der daar in stelling staande vuur
monden op de exercitiebatterij, maar houde eenige malen in
het jaar fortmanoeuvres, waarbij zooveel mogelijk de oorlogs.
toestand worde nagebootst.
Alleen dan zullen onvolkomenheden bij personeel en materieel
helder aan 't licht komen.
1) Toegepaste versterkingskunst kent de Infanterie ook niet. Red,
I. M. T. 1908. 29