452
en moeite; en elke kleinigheid, die de mobilisatie bespoedigen
kan, is ontegenzeggelijk een groot voordeel.
Zeer zeker zijn aan de invoering van den maatregel „het aan
den man voor zijn geheelen diensttijd verstrekken van een
zelfde geweer", bezwaren verbonden, echter alleen administra
tieve. Zij zijn door den heer Ipenbürg in zijn artikel grooten-
deels genoemd, maar tevens ook weerlegd. Doch afgezien daai-
van, waar de invoering van dien maatregel een middel zou zijn:
1. ter bespoediging der mobilisatie,
2. tot het verkrijgen van soldaten, die altijd bruikbaar, altijd
gereed zijn voor den strijd, onverschillig, waar zij zich
op dat oogenblik bevinden,
3. tot de zoo hoog noodige meer doelmatige zorg, welk aan
ons tegenwoordig geweer besteed moet worden,
4. tot opwekking van den lust en belangstelling in dat wapen,
in het schieten en in de schietuitkomsten,
5. tot het voorkomen van het zoo schadelijke uitleenen van
geweren,
zouden alle administratieve bezwaren moeten zwichten, en daar
aan ondergeschikt m.oeten worden gemaakt. Die maatregel zelve
zou als hoogste belang erkend, derhalve de invoering daarvan als
eene besliste op den voorgrond gesteld moeten worden, om dan
de mogelijke administratieve bezwaren door verschillende maat
regelen op te heffen.
In het hiervoren aangehaalde ontwerp van den lsten lui
tenant Fischer werd in aansluiting op hetgeen de schrijver
voorstelde omtrent „het geweer bij den man", tevens de aan
dacht gevestigd op het in dat geval aan den man verstrek
ken van een foudraal voor het geweer. Alhoewel voor de
invoering van dien maatregel niet noodzakelijk, zou het m. i.
toch alle aanbeveling verdienen.
Het foudraal kan dan van waterdichte stof of zeildoek ver
vaardigd worden, met lederen beslag, en het geweer met de
bajonet afzonderlijk daarin opgeborgen worden, zoodanig, dat
de geweerriem buiten het omhulsel, maar toch aan de daarvoor
bestemde banden van het geweer bevestigd blijft, terwijl het
voorzien kan worden van de noodige zakjes tot berging van
het toebehooren.