458
Het geweer in het foudraal kan dan steeds voldoende ingevet
blijven, is minder blootgesteld aan beschadigingen gedurende
de reis, aan den geweerriem gemakkelijk draagbaar en al het
toebehooren is er steeds bij aanwezig.
Het Schietboekje.
De invoering van het nieuwe Schietvoorschrift in den aanvang
van dit jaar, bracht onder 33 eindelijk ook die van het Schiet
boekje mede.
Waar bij de vroegere wijze van aanteekening van de schietuit-
komsten een compagniescommandant slechts een zeer opper-
vlakkigen indruk kon krijgen van de schietvaardigheid van een
pas bij zijne compagnie aangekomen militair, kunnen, nu elk
man een eigen schietboekje gekregen heeft, zoowel zijne chefs
als hijzelf zich steeds van zijne schietvaardigheid en zijne vor
deringen overtuigen. Zijn chefs kunnen zich daaruit een oor
deel vormen, hij zelf zal ongetwijfeld meer belang in zijn
schieten gaan stellen, vooral als dat schietboekje steeds bij hem
blijft, en niet voortdurend b. v. op het compagniesbureau be
waard wordt.
Waar echter tot de invoering van dat boekje overgegaan
werd, rijst de vraag of men daarvan niet meer nut had kunnen
trekken, door er tevens in op te nemen, nuttige wenken omtrent
het onderhoud van het geweer en omtrent het schieten, benevens
enkele bepalingen en voorschriften, waarvan de kennis voor
ieder militair onmisbaar is.
In dat schietboekje zouden dan o. m. vermeld kunnen worden
Zijn naam, stamboek-,wapen- (deze beide laatste kunnen één
worden), eontrölenummer, afschrift stamboek, waarbij onder
afzonderlijk hoofd
de gedane veldtochten, bekomen wonden en uitstekende daden,
de decoratiën,
de bevorderingen,
de behaalde schietprijzen, en voorts,
de geheele controle van het geweer.
Alles wat op zijn geweer betrekking heeft, nka hierin vermeld
worden en ingeschreven bij den Officier van Wapening van het