454
Garnizoen, waar de man zijn geweer ontvangt, en voorzien van
de handteekening van dien Officier, die van deze controle een
afschrift neemt in een daartoe bestemd afzonderlijk register.
Uit dit register worden alleen in speciale gevallen afschriften
verstrekt, b.v. bij zoekraken van het boekje of vermoeden van
gepleegde fraude. Bij die controle in de schietboekjes behoort
dan een afzonderlijke staat, waarin de Officier van Wapening bij
elke driemaandelijksche inspectie over de geweren aanteekent, al
wat hij omtrent het geweer bevonden heeft waaronder in de eerste
plaats eene aanteekening, welke kalibermaten x) in den loop van
het geweer gebracht kunnen worden en hoe ver, en die b. v.
ingericht zou kunnen worden als volgt:
1907.
lste kwartaal.
In te brengen bij:
Inwendige toestand
van den loop.
2
Tromp.
Kamer.
Opmerkingen.
6.52
30 c.M.
15 c.M.
Lichte roestputten
Geringe uitslijting
6.54
10
vöör en achter.
tromp l.b.
6.56
niet
niet
6.58
Gebleken bij de door mij gehouden inspectie.
Te den 1907.
De Officier van Wapening
(Handteekening).
2de kwartaal,
enz.
De nuttelooze geweercontröle bij de compagnie kan dan
vervallen; men heeft eene „voortdurende controle" op den
toestand van den loop. en kan alleen dan schade daaraan
voorkomen.
3 G
•73 <D
G -t-3
c3
O
5
Y>
Y)
1) Het behoeft wel geen nader betoog, hoe noodig en wenschelijk het is de officieren
van wapening te voorzien van een compleet s'el kalibermaten voor het geweer M. 9 5.