458 eene uit een loopgraaf vurende afdeeling met en zonder helm hoed. Wat verder de gebruikmaking van het terrein betreft, geble ken is, dat ook de aanvaller een ruim gebruik van de schop moet maken om, waar noodig, in het gebrek aan natuurlijke dekkingen te voorzien; wil dit intusschen geen schadelijken invloed uitoefenen eenerzijds op de vuurkracht der aanvalslinie, anderzijds op den offensieven geest, dan moet ingraven snel kun nen geschieden; terecht wordt dan ook in de 2e alinea van punt 20 van den leidraad voor de pionieroefeningen bij de infan terie de eisch gesteld, dat de manschappen eene groote vaardig heid moeten bezitten in het gebruik der graafwerktuigen, ook in knielende en liggende houding. Wil men echter aan dezen eisch vasthouden, dan is het abso luut noodzakelijk onze infanterie van een werktuig te voorzien, dat zich voor dergelijk werk beter leent dan het tegenwoordige. Aan de hand van voortgezette proeven door mij genomen zoo wel met Europeanen als met Inlanders bleek mij, dat gravende in liggende houding, noch met de tegenwoordige schop, noch met den patjol in het gunstigste geval in minder dan 5/4 uur iets kon worden gemaakt, dat als dekking eenige practische waarde had. Dat in het Duitsche leger de man er in slaagt zich naarmate van het terrein in 3 tot 15 minuten in te graven (zie Inl. Mil. Tijdschrift 1906 No. 5) meen ik dan ook uitsluitend op rekening van het meer practische pioniergereedschap te moeten schrijven. Maar niet alleen met het oog op graven is het noodig, dat wij eene andere pionieruitrusting krijgensedert zich de wenschelijkheid doet gevoelen ook bij den aanvaller over graaf werktuigen te kunnen beschikken, behoort gebroken te worden met het stelsel deze werktuigen niet door den man zelf, maar bij den gevechtstrei'n te vervoerenvroeger toen de schop schier uitsluitend bij de voorbereide verdediging tot haar recht kwam, was er niet het minste bezwaar de gereedschappen eerst uit te deeien als zij gebruikt moesten worden; bij den aanvaller zou dit niet zonder zware verliezen gepaard kunnen gaan, daar pas gegraven wordt, als het gevecht in vollen gang is; en wilde men de uitdeeling reeds doen plaats hebben bij de eerste out-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 480