461
dat men niettegenstaande de vrij hooge aanschaffingskosten dat
wapen op ruime schaal van afstandmeters heeft voorzien. Zoo
leest men o. a. in Infantery Training 1902 op pag. 130 onder
het hoofdstuk Range Finding sub 2 der General Rules: „All
officers, non-commissioned officers and one private per section
must be trained to use the range finder." en sub 4: „Judging
distance will form an important part of the training of the
soldier, and practical work will be frequently supplemented by
short lectures and questions. This instruction will usually be
afforded in conjunction with any exercice which is being per
formed the correct distance, if not previously known to the
commander, being ascertained by the range finder or by pacing"
en in het Règlement provisoire sur les manoeuvres de l'infanterie,
Ecole de section op pag. 91: „Dans beaucoup de cas les télémètres
peuvent rendre des services importants" enz. Ook in Duitsch-
land beschikt de infanterie over afstandmeters (Zie bijv. Leh-
nerts Handbuch 1905 pag. 64. Ermittlung der Entfernungen.)
Bij ons is dit nog niet het geval en dat acht ik een ernstig nadeel,
daar de oefeningen in het afstandenschatten daardoor niet voldoen
de tot haar recht kunnen komenwil toch zoo'n oefening vrucht
dragend zijn, dan behoort elke geschatte afstand zorgvuldig te
worden gecontroleerd; dit nu geschiedt vaak niet, hetzij uit
gemakzucht, hetzij wegens het tijdroovende en dikwijls onbe
trouwbare eener nameting met meettouw of door afpassen. Zoo
zijn mij voorbeelden bekend van leiders, die meenen, waar de
kaart hen in de n steek laat, zooais in onze Indische terreinen met
snel wisselende begroeiing nog al vaak het geval is, te kunnen vol-
staan met de gemiddelde schatting hunner afdeeling als de juiste
aan te nemen om daarnaar de geoefendheid van iederen schatter
afzonderlijk te beoordeelen. Het zal wel overbodig zijn op het
erroneuse van deze opvatting te wijzen; bij geoefende schatters
kan de hier geschetste handelwijze bij gebrek aan beter een
hulpmiddel vormen om den juisten afstand te benaderen; bij
ongeoefenden en als dezulken kan men tot dusverre zeker 90%
van de minderen rekenen, waarmede oefeningen in het afstanden
schatten worden gehouden, bestaat niet de minste waarborg, dat
de gemiddelde schatting ook slechts bij benadering juist zal zijn,
daar het lang niet onwaarschijnlijk is, dat door het gros niet