- 466 - ken door den voorzitter van den ministerraad, mr. Th. Heems. kerk, welke zinsnede luidt „Ten einde aan de bezwaren, voortvloeiende uit de bestaande wettelijke bepalingen aangaande het blijvend gedeelte, zonder te groot nadeel voor andere belangen, zooveel mogelijk tege moet te komen, stelt de Regeering zich voor, een wijziging in de militiewet aanhangig te maken, welke, wordt zij aangeno men, een opkomst der militie bij de onbereden wapens in twee ploegen mogelijk maakt." Men zou zoo zeggen: c'est clair cornme bonjour, maar dit schijnt het toch niet te zijn voor hen, die een radicaal waas voor de oogen hebben. Termen als: reactie, het huurleger Sabron, en conservatisme zijn schering en inslag bij hen en vooral richten zij zich tegen de opvatting, dat de mobilisatie „gedekt" zou moeten worden door het blijvend gedeelte, terwijl daarvoor de landweer, die behalve 578 officieren en 1936 onderofficieren compleet is, is aangewezen. Aangezien er nu echter niemand is, die de opvatting huldigt, als zou het B. G. alleen dienen voor dekking van mobilisatie, de generaal Kool in 1901, bij de verdediging van het B. G. op onmiskenbare wijze deed blijken, dat óók en wel terdege aan de uitvoering van de mobilisatie gedacht was en de minister Sabron ook nu weder op heldere wijze spreekt over „uitvoering van de bestaande bepalingen en voorschriften betreffende de mobilisatie" en het woord „dekking" zelfs niet noemt, zoo is dit eigenlijk een raar geval voor onze radicale vrienden en een oneerlijk, op leeken-onkunde speculeerend spelletje, maar kom, wie zoo nauw kijkt is een izegrim, denken zij zeker, 't komt zoo aardig in de kraam te pas. En men kan hen nu voorhouden wat men wil en zeggen dat de generaal Kool in 1901 toch o. m. opmerkte: „De heer van Gilse sprak alleen van dekkingsdetachementen, maar er zijn zooveel, zoo ontzaglijk veel andere zaken, die daarbij moe ten geschieden en niet van minder belang zijn dan de dekkingsde tachementenIk verzoek de Kamer erop te letten, dat ik niet gesproken heb van de dekking der mobilisatie, maar van de mobilisatie in haar geheelen omvangwaarvan de dekking

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 488