474
individuën, hetgeen ik heb kunnen doen door het lange behoud van
eenzelfde commando 1). "Wij vermeenen in werkelijkheid, door deze ver-
eeniging alsmede door de besprekingen, die wij dikwijls met onze min
deren hebben en die op zich zelf ook vergaderingen in het klein zijn,
een betere zedelijke omgeving te hebben tot stand gebracht, dan men in
het algemeen aantreft, wij hebben den soldaat ingeprent de traditie van
een goede tenue, een gevoel van eigenwaarde, van goede gevoelens, die
overgaan op de nieuw aangekomenendeze worden er als van zelf van
doordrongen, en meer nog door de omgeving, waarin zij komen dan door
veel woorden.
,Ik wil de menschen in de kazerne houden. Dat is eenvoudig ge
noeg, zegt kapitein X ik ga een tap instellen." Ik voor mij
zeg, ik wil de menschen bij mij houden, ik wil dat ze goede manieren
leeren, ze aan een geregeld en bezig leven gewennen, daarom leer ik
hen inzien, dat ze daar in alle opzichten wel bij varen, zoodat zij ten
slotte zelve zulk een gebruik van hun tijd leeren waardeeren en een
tegenzin krijgen in het leven zooals dat door andere manschappen wordt
geleid. En dit eischt zonder twijfel zeer veel van iemands krachten
benevens een voortdurende toewijding en een groote overredingskracht;
maar het eischt vcoral een groote mate van overtuiging en vast geloof
aan hetgeen men predikt.
Maar zouden wij ons de illusie scheppen, dat we met dit schrijven
reeds het beoogde doel bereikt hebben? Wij gelooven het niet, en juist
daarom niet, omdat wij tot een resultaat zijn gekomen, dat menigeen
onbereikbaar scheen, omdat wij het bewijs hebben gehad, dat de volhar
ding bij de ingestelde poging vruchten heeft gedragen, omdat wij zelf
den indruk hebben gekregen, dat onze ondergeschikten voelen, dat wij
zelf blijde zijn hen zoo goed geleid te hebben en hoe zij zelf streng
oordeelen (men weet hoe zulks gaat, wanneer zij zich vrij durven uiten)
over de bij andere companieën gevolgde methode. Maar om al deze redenen
ook durven wij verklaren (en honderden brieven van vroegere onderge
schikten kunnen zulks bewijzen), dat men met den Franschen soldaat
meer kan bereiken dan men denkt. En wij beweren, dat hoe eerlijker
uwe gevoelens op dit punt zijn en hoe vaster uw vertrouwen is in het
te bereiken doel, des te gemakkelijker zal de arbeid zijn en des te gemak
kelijker zullen zij, die gij wilt leiden, u volgen. De Fransche soldaat bezit
genoegzaam gevoel van eigenwaardehij bezit bovendien een natuur
lijken goeden geest en een warm hart. Men heeft slechts met deze
eigenschappen rekening te houden en za weten te gebruiken om den
soldaat tot een hoogstaand zedelijk peil op te voerenhem verder nog
goede manieren bij te brengen, is dan nog een werk van weinig be-
teekenis. Verschillende van onze korps-chefs en inspecteurs hebben ver
steld gestaan van den goeden geest, die heerschte onder de manschappen
van onze compagnie en betuigden daarover hunne ingenomenheid. Dat
1) Hieruit volgt, dit men de officieren moest apprecieeren, die jarenlang opgeborgen
zitten in een ellendig garnizoemje, zonder te trachten, als zooveel anderen, om er van
daan te komen, zich vol toewijding uitgaven getroostendiwaarvan slechts de minderen
profijt trekken (in plaats van, zoóals tliars, ze te vergeten of over het hoofd te zien).
De compagnieën, die dikwijls van commandant wisselen, zijn in alle opzichten achterop
zoowel in oefening en administratie als in moreele opvoeding; ze zijn, volgens algemeene
erkenning, minwaardig.