V
487
heden en deze geheel met alle daaraan verbonden verantwoordelijkheid
over te dragen op den officier, die er tot dusverre mede belast was.
Het eerste voorstel, administratie gevoerd door het personeel der in
tendance, werd in beginsel aangenomen en, aanvangende met Januari
1908, in beproeving gesteld bij besluit van 30 Juni, 13 Juli 1907 No. 347,
dat ongeveer luidt als volgt:
„de nieuwe wijze van administratievoeren zal beproefd worden bij een
„regiment infanterie, een regiment cavalerie en een brigade artillerie.
„Voor dat doel zal voorloopig een divisie-intendant aangesteld wor-
„den en de officieren, belast met de korpsadministratie, zullen vervangen
„worden door loden van den intendancedienst. Het ambt van betaal
meester en kwartiermeester zal door denzelfden persoon vervuld worden.
„De bemoeiingen van het personeel der Intendance zullen de geheele
„administratie van het korps omvatten en waar dit mogelijk is ook die
„van de compagnieën, eskadrons en batterijen.
-De leiding van de proef berust bij een directeur."
Een voorloopig reglement, waarvan de voornaamste bepalingen hier
onder zijn weergegeven, geeft de strekking van het nieuwe stelsel aan.
Beyinselenwaarop de proef berust.
De administratie van de korpsen wordt volkomen gewijzigd. Zij wordt
gevoerd door personeel tot den intendancedienst behoorende. De korp
sen, waarbij de proef zal worden gehouden, zullen door den minister
worden aangewezen en een directeur wordt belast met het toezicht en
de leiding bij de toepassing van het nieuwe systeem
De korpsen, waarvan hier sprake is, blijven onder de bevelen van
hun hiërarchieke chefs, die niet alleen het recht hebben, maar ook ver
plicht zijn er voor te waken, dat het aankomende op tijd en in de voor
geschreven hoeveelheid en hoedanigheid wordt ontvangen.
Het opperbevel is belast met de verificatie en de door de wet voor
geschreven controle en moet medewerken tot het slagen van de proef
door alle misverstand zooveel mogelijk uit den weg te ruimen.
Ten aanzien van de administratieve aangelegenheden zullen de betrok
ken korpsen afhankelijk zijn van den aangewezen directeur.
Deze korpsen zullen voortgaan met alle dagelijksche behoeften te ont
vangen door de zorg van het nieuw aangesteld intendance-personeel, dat
ze in beheer neemt evenals alle fondsen van het korps, met uitzondering
van het reservefonds en van de gelden welke het particulier eigendom
zijn van het korps of van personen, tot het korps behoorende.
De nieuwe administratie zal gevoerd worden volgens de bestaande re
glementen, behoudens wijzigingen, die door den directeur zullen worden
aangebracht.
In alle verstrekkingen in natura zoowel als in die van d'e vivres en
fourages zal door de intendance worden voorzien.
De broodvoorziening geschiedt door de zorg van de administratie van
de korpsen.
In de verwarming en de verlichting der gebouwen zal door de admi
nistratie van het korps worden voorzien door middel van materieel, dat
door de genie en door de betrokken commissie's wordt geleverd of door
de zorg van het korps zelf wordt aangeschaft.
In het onderhoud der gebouwen wordt door de genie of wel door de