490 worden door gesloten afdeelingen. Deze laatste afdeelingen moeten de artillerie omvatten en hare dekking vernietigen. nDe op elkaar volgende verspreide linien der Cavalerie nebben zelfs tegenover snelvuur geschut getoond als aanvalsvorm practisch bruikbaar 2e. Wat den aanval op Infanterie betrefthebben talrijke te velde zijnde officieren de ervaring opgedaan, dat het klein-kaliber geweer een paard in gang slechts dan stuit, wanneer een voet verbrijzeld of een edel deel getroffen wordt. Men zag bij Casablanca paarden, die meer dan eens getroffen waren, nog geruimen tijd mede galopeeren. Dit is een nieuw gezichtspunt 1), want de heeren van de theorie rekenen ieder paard, dat door een projectiel getroffen wordt, als „buiten gevecht gesteld". En dat komt in het geheel niet uit. Vele paarden, die eerst den dag na het gevecht den laatsten adem uit blazen, hebben hunne ruiters te voren nog in het handgemeen gedragen. Dit verschijnsel heeft zich herhaaldelijk zoowel aan Fransche als aan Marokkaansche zijde voorgedaan. Met houdt ruiters, die in vollen ren attakeeren en die vast besloten zijn den vijand in het wit van de oogen te zien, zoo maar niet tegen. Om te beginnen moet men hen treffen. Op zich zelf beschouwd is dit nog zoo eenvoudig niet. Des te moeilijker is het voor de Infanterie, die kennis heeft gemaakt met den moed van de vijandelijke ruiterij. Kweeken wij dus den offensieven geest bij onze cavaleristen aan, zelts al zouden daardoor bij vredesoefeningen eenigszins onwaarschijnlijke toestanden ontstaan. Wanneer wij echter onze ruiters in vredestijd er aan gewennen keert te maken voor denkbeeldige kogels, dan voeden wij hen op tot de paniek in den oorlog. Nog een leering met betrekking tot de bewapening in den strijd van cavalerie tegen cavalerie. De Moorsche ruiters zijn met de nieuwste soort repeteergeweren be wapend en schieten zeer goed. Zij hebben echter geen sabels. In het handgemeen met onze cavalerie, die er op afgericht was om alleen te steken, hebben zij dan ook zeer belangrijke verliezen geleden Het blanke wapen heeft op den Marokkaan een groote moreele en mate- rieele uitwerking gehad. Dit als antwoord aan de heeren 2), die het blanke wapen gaarne afgeschaft en door een revolver vervangen zouden zien. r 1 IIX. -rr o n da CJ€*V»Ol hpnPTftTlfVn. Laten wij dus even a's tot nog toe liet gebruik van de sabel beoefenen, te zijn zij is een uitmuntend wapen. \¥ij zien uit de nie geen bankroet voor c cavaleristen ook voor slagen. V. H. S. 1) Reeds lang bekend. Red. 2) In Frankrijk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 512