492
zooals op plaat 18 to zien is, door de monding of door de kamer in den
loop en laat de damp 5 minuten door den loop stroomen, trekt daarna
met den pompstok den nog warmen loop, die daartoe met een doek
wordt -vastgehouden éénmaal droog, en éénmaal met olie door en de
reiniging is klaar.
In Duitschland wordt het toestelletje bij verschillende troependeelen
met goed gevolg' gebruikt, het is tot een prijs van M. 3,50 per stuk
bil' Adolf Frank, Rathausmarkt 12 te Hamburg verkrijgbaar.
v. H. S.
Afdeelingren Wielrijders gevormd uit de niet-bereden
manschappen van de Cavalerie.
Een ongenoemde schrijver geeft in M. W. B. 28-'08 het denkbeeld
aan de hand, om de overschietende manschappen van een gemobiliseerd
eskadron, als alle lichtingen zijn opgekomen en de noodige reserve is
afgezonderd, op rijwielen te zeti en en zoo te benutten. Alle berekeningen
te°volgen is voor ons doel nutteloos, maar de gedachtengang, om die
cavalerie rijwielafdeelingen de divisiën te laten volgen ten einde op
die wijze, de aanvullingsmanschappen voor geleden verliezen bij de hand
te hebben, is weer eens wat nieuws. Maar behalve voor dit doel, als
verplaatsbare dépots, kunnen die wielrijdende cavaleristen ook nog een
handje helpen als berichtrijders, als strijders [steun van de collega's te
paard] en als bewaking en controle van de wagencolonnes. Waar d>e
rijden, kan een rijwiel ook komen; de cavalerist-wielrijder treedt dan
op als politie en bewaker, maar kan tevens uitmuntend benut worden
om de voerlui te vervangen, die voor naderend gevaar de vlucht hebben
genomen. Het rijwiel gaat mee op den wagen en is onverhoopt geen
andere uitweg meer mogelijk, dan kan de koetsier-wielrijder nog trachten
met dat rijwiel zich zelf te redden.
Het is hierbij in de eerste plaats de vraag, welke verliezen bij de
cavalerie gemiddeld grooter zijn, die aan paarden of die aan manschappen.
Want als het paardenmateriaal meer aanvulling behoeft, is het toch
beter die overschietende reservemanschappen ook op (zij 't ook inlandsche)
paarden te zetten.
Hoe 't ook zij, als onze cavalerie meer menschen dan paarden lieefr,
weet ze, hoe ze die nog kan benutten.
De democratische stroom in het Fransche Officierskorps.
Sedert het tijdperk van Generaal André is onmiskenbaar een streven
merkbaar om tot aanvulling van het officierskorps, de elementen van
het volk meer op te nemen.
Wel is waar bestaat nog het voorschrift, dat van de benoodigde
aanvulling uit den officiersstand afkomstig zal zijn, maar de praktijk geeft
andere dingen te zien. Zoo kunnen adjudant-onderofficieren na 10-
jarigen dienst tot „sous-lieutenant" bevorderd worden tot 10% van de
jaarlijksche behoefte, en zijn belangrijk meer plaatsen opengesteld op de