beschouwingen over Moderne Schietvoorschriften 1) aangaande
den toenmaals in beproeving zijnden „Leergang" 2), welk
voorschrift den grondslag heeft gelegd tot het tegenwoordige
Schietvoorschrift der Infanterie (ontwerp) 1907
Gulden woorden, die nog meer van toepassing zouden zijn,
wanneer zij betrekking hadden op het uit den Leergang gegroeide
S. V. I. '07, dat ten opzichte van dien Leergang wederom een
schrede voorwaarts in de goede richting deed.
Dit S. Y. I. '07 bevat, behalve eene korte geloofsbelijdenis
neergelegd in Hoofdstuk I, een bepaalde methodiek tot het
verkrijgen van de vereischte schietvaardigheid in Hoofdstuk III.
Dit Hoofdstuk III wordt verdeeld in:
A. De opleiding in het algemeen.
B. De voorbereidende oefeningen.
C. Het Schoolschieten.
D. Het Gevechtsschieten.
ad A. Het ligt niet op onzen weg woordelijk alles weer te
geven, wij willen slechts de aandacht vestigen op het meest
belangrijke, of wel opmerkingen maken naar aanleiding van
datgene, waarmede wij niet geheel kunnen medegaan.
In overeenstemming met ons bestaande Schietvoorschrift, waar
de nadruk gelegd is op eene practische vorming tot schutter
(blz. 3) wordt ook hier aangegeven dat doenen vooral stelsel
matig doenhoofdzaak en dat veel theorie allicht meer na- dan
voordeelig is, omdat dit tijd kost en licht de aandacht van onder
wijzer en leerling afleidt van de hoofdzaak. Moge dit misschien
„Deed men in het Fransche Leger, met de uitgave van het exercitieregle-
„ment den eersten stap op den weg naar eene rationeele opleiding voor
„den oorlog, ongetwijfeld heeft het Nederlandsche Leger den tweeden
„gedaan met de uitgave van bovengenoemd werkje. Mijn eenige wensch
„is dan ook, dat het boekje zoo snel mogelijk zijn weg naar het Neder-
landseh Indische Leger zal vinden, waar het, beter nog dan in het
„Nederlandsche, bewijzen kan geven van zijne deugdelijkheid, omdat
rmen de schuttera zooveel langer kan oefenen."
1) Mirt. Spectator 1906 Iso. 8.
2) Deze «Leergang" is besproken oor den Heer H.C. Gerritsen in het Ind. Mil.
Tijdschrift van 1906.
X. M. T. 1908. 3