504 Amerika. Onderzoek Lichamelijke Geschiktheid. Ingevolge aanschrijving van President Koosevelt moeten voortaan allo hoofd-officieren jaarlijks proeven van lichamelijke geschiktheid voor den dienst afleggen, waarvan de regeling wordt overgelaten aan den minister van oorlog. Aanbevolen wordt het houden van een aantal geforceerde cavalerie- marschen over een afstand van minstens 30 K. M. en gedurende min stens drie dagen achtereen. Hieraan moeten alle hoofdofficieren deel nemen, behalve die der kustartillerie, waarvoor andere eischen gesteld worden Yerder moeten alle officieren, zonder uitzondering, deelnemen aan de maandelijksche oefeningsmarschen van hun korps. Lichamelijk onge schikte officieren moeten voor ontslag worden voorgedragen. Aan het slot van zijne aanschrijving geeft de President voorts als zijn wensch te kennen, dat het paardrijden voor de officieren moer worden aangemoedigd en b. v. kapiteins der infanterie zooveel mogelijk in do gelegenheid gesteld moeten worden om van dienstpaarden gebruik te maken tot tijd en wijle zij bereden gemaakt zullen worden. M. W. 10-'08. Amerika. Werving en Desertie. Uit het jaarverslag 1906/1907 van den „Adjutant General" van het Noord-Amerikaansche Leger (M. W. B. 29 08bleek ons, dat het met de werving aldaar ook al niet erg schitterend staat. In de gemiddelde maandelijksche behoefte van 2400 man, kan maar door 1400 a 1500 voorzien worden. Alleen de bereden wapens en de kustartillerie blijken nog al geliefd te zijn, doch overigens bleef het ook in 1907 treurig gesteld met de vrijwillige dienstneming, zoodat Generaal Ausworth aandringt op hooger loon of algemeene weerplicht. Yan de loonen zegt hij, dat het moeilijk gaat met de tegenwoordige werkgevers te concureeren. Als oorzaken van de slechte uitkomsten der werving en van de nog veel voorkomende deserties noemt de generaal a. de te lage soldijen in vergelijking met de burgermaatschappij b. de te vermoeiende oefeningen van de soldaten c. de afschaffing der cantines op de militaire posten d. eene afwezigheid van behoorlijk begrijpen der aangegane dienst verbintenis en de geringschatting van het misdrijf van desertie e. het te veelvuldig overplaatsen der officieren (van de comp.). f. het ontbreken van een goed onderlegd, ervaren, goed betaald en tevreden korps onderofficieren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 526