514 Eene Bijdrage tot de kennis der Oorlogspsychologie. Ein modernes Volk im Kriege in Auszügen aus daniachen liriefen der Jahre 1868/6 4 gesehildert von Karl Larse i. In den loop van 1907 verscheen onder den hierboven staanden titel bij de firma Lipsius Fischer te Kiel en te Leipzig eene Duitsche be werking van eene verzameling uittreksels uit dagboeken en brieven, door Deensche militairen gedurende den Sleeswijk-IIolsteinschen veldtocht aan achtergebleven verwanten en kennissen geschreven en van dezen ont vangen. Het doel van den verzamelaar, den Deenschen Prof. Karl Larsen, was het weergeven van de stemming van het Deensche volk in zijne verschillende lagen gedurende den oorlog met de verbonden mogendheden Pruisen en Oostenrijk, een zuiver psychologisch, geen historisch doel dus. Hij beschikte daartoe over 1958 dagboeken en brieven, geschreven door menschen van allerlei rang en stand, waaruit hij het voor zijn doel belangrijke woordelijk overnam en de aldus verkregen uittreksels stelsel matig rangschikte, en, waar noodig, van ophelderingen voorzag. Alzoo ontstond eene waardevolle bijdrage tot de kennis der oorlogspsychologie en als zoodanig is het besproken boek vrij wel eenig in zijne soort. Het is ongetwijfeld overbodig hier uitvoerig uiteen te zetten, van hoe groot nut de bestudeering van een dergelijk werk voor den officier is Hönig's meening, dat de tactiek psychologisch opgevat moet worden, reeds voor eenige tientallen jaren verkondigd, wordt heden ten dage door ieder krijgskundige gedeeld. Al betreft het boek uitsluitend den ge moedstoestand van Denen gedureude een veldtocht, het verschil in volks karakter tusschen Nederlanders en Denen is niet zoo groot, dat men alleen daarom het nut van Prof. Larsen's werk voor ons in twijfel zou mogen trekken. Een kort en uit den aard der zaak onvolledig overzicht moge een denkbeeld van den rijken inhoud geven. Bij het doorlezen worden wij in de eerste plaats getroffen door den diepen godsdienstzin, welke uit bijna elk schrijven blijkt. Die godsdienst zin staalt het plichtbesef, geeft kracht om alle ongemakken van den veldtocht en die waren gedurende den strengen winter van 1863 op 1864 voorwaar niet gering met gelatenheid te verduren en zelfs min of meer kalm te berusten in de scheiding van vrouw en kroost. Toch moeten plichtbesef en vaderlandsliefde het wel eens afleggen tegen de zorg voor het achtergebleven gezin; zoo schrijft een compagniescom mandant, in den vorigen oorlog gedecoreerd„Ich glaube wohl, dasz „ich ein warmer Patriot bin, aber ich bin ein noch warmerer Ehemann „und Yater und Ihr geht mir über alles andere auf der Welt Dezelfde officier roept ergens anders uit: „Als Soldat sollte man niemals verheirat seinterwijl een gehuwd landbouwer en gewoon soldaat zich gelukkig prijst in het hospitaal verpleegd te worden gedurende den aanval op de Düppelerschansen. Ook gedurende den Zuid-Afrikaanschen oorlog bleek aan beide zijden de zorg voor vrouw en kinderen meermalen zwaarder te wegen dan elk ander gevoel. Frederik de Groote zag dan ook liever niet, dat zijne officieren huwden en het is bekend, dat Paus Gregorius YII uit soortgelijke overwegingen het coelibaat in de Roomsch- Katholieke kerk invoerde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 536