524
Bij bataljonsoefeningen doet de staftamboer op het eerste signaal alle
tamboers en hoornblazers van het bataljon op de verzamelplaats aan
treden; de oudste stafhoornblazer handelt op gelijke wijze met de muziek.
"Vijf minuten na het signaal rgeeft achtwaarschuwt do commandant
van de kampementswaeht den staftamboer, die daarop door de geza
menlijke tamboers of hoornblazers gewapend appèldoet slaan of blazen.
De compagniescommandanten doen appèl houden; zijn uitrukkings-
staten (model no. 2) opgemaakt, dan overtuigen zich de luitenants van
de week, dat de sterkte van de compagnieën met die staten overeenstemt
en dienen het verslag daaromtrent aan eerstgenoemden in.
Yervolgens worden de compagnieën naar de verzamelplaats geleid;
daar aangekomen neemt de commandeerende olficier het verslag van de
compagniescommandanten in.
"Voor compagnies-oefeningen worden (behoudens de in de tweede alinea
van dit artikel bedoelde signalen) geen afzonderlijke signalen gegeven.
Het appèl kan desgewenscht ook na afloop der oefening gehouden worden.
Art. 68. Tweede alinea: het signaal voor het rapport bij den korps
commandant is vervallen.
Art. 73. Een nieuw bijgevoegde derde alinea luidt
Indien twee of meer compagnieën tot één menage vereenigd zijn, wordt
deze dienst verricht door den luitenant van de week van de compagnie,
waarbij de menage gevoerd wordt.
Art. 75. Eerste alinea: het signaal „eten voor de onderofficieren" is
vervallen.
Art. 76. De derde alinea (omtrent het medenemen van geweren en
revolvers op het middagappèl) is vervallen.
Eene nieuwe derde alinea luidt
Het rapport (art. 65) wordt door den oudsten op het appèl aanwezigen
onderofficier van elke compagnie aan hem ingediend op het signaal
R apportf
Art. 80. De laatste zinsnede (aanvangende met „desvereischt") is ver
vallen. Er mag dus geen gestraften-appèl voor kader meer
geblazen worden.
Daarachter volgt een nieuwe vierde alinea, luidende:
De sergeant-majoors houden voor dat doeleinde registers (mo
del No. 1) aan, waarin de aan het kader opgelegde straffen,
enz. welke niet in de strafkamers worden ondergaan (zie art.
58, 5e alinea), zoomede de ingetrokken vergunningen tot uit
gaan ingevolge art. 85, le alinea, dagelijks na afloop van
het compagniesrapport worden ingeschreven. Deze registers
worden daarna bij den adjudant-onderofficier van de week
bezorgd, die ze den volgenden dag op het korpsrapport den
sergeant-majoors ter bijwerking terug geeft.