531 - draagpaarden der artillerie met de munitie in het water. Men was toen wel genoodzaakt paarden en muildieren af te laden, af te zadelen en over te laten zwemmen, terwijl het materieel naar de overzijde gedragen werd. Alzoo waren bijna 4^ uur nooclig om de colonne aan den overkant te krijgen 1). Het was ongeveer 12 uur, toen de voorhoede eindelijk verder kon op rukken. Door het lange wachten, vooral vóór de brug, met de beenen in het water waardoor dus zitten onmogelijk was en zonder eenige beschutting blootgesteld aan de brandende zon, waren de troepen zeer vermoeid en afgemat. Hierop volgden een marsch over de droge, schaduwlooze sawah en het gevecht om den Meuseugit, alles op het warmste ge deelte van den dag, onder eene temperatuur van 100° F. 2) Was het een wonder, dat de troepen na de eindelijke verovering van het bedehuis te uitgeput waren om door krachtig offensief optreden de lastige vijandelijke schutters van zich af te schud den, zoodat ten slotte de ontruiming noodzakelijk werd? Ten gevolge van gemis van spring- en ontstekingsmiddelen, welke nog niet ontscheept waren en eerst den llden of den 12den nagezonden werden 3), kon men het gebouw zijn weerstands vermogen niet ontnemen. Hierdoor was later een tweede aan val noodzakelijk. Zoo was dus de eerste, ernstige ontmoeting met den vijand voor ons geen overwinning, doch feitelijk eene nederlaag, een slecht begin, vooral, wanneer men den veldtocht aanvangt met zulke optimistische verwachtingen, als in 1873 het geval was. Hoe verschillend had dit debuut op het Atjèhsche oorlogstoo- neel kunnen zijn, als door een paar dagen later oprukken het eerste gevecht om den Meuseugit een paar uren vroeger op den dag en met frissche troepen begonnen was? i) En wat zou wel het lot der expeditie geweest zijn, als men met eene actieve tegenpartij, bewapend en georganiseerd als wij, te doen ge had had? 1) V, blz. 279. 2) V, blz. 282. 3) XIV, blz. 153. 4) Natuurlijk hebben ook andere omstandigheden medegewerkt tot den on°elukkigen uitslag van de krijgsverrichtingen op den lOden April, doch het overhaaste oprukken blijft toch één van de voornaamste oorzaken, zoo niet de voornaamste.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 553