- 588 Het snelle teruggaan van de Bataafsche troepen voor de ge lande Engelschen maakte klaarblijkelijk zoo'n diepen indruk op hem, dat hij met 1 bataljon en zijne cavalerie ter ondersteuning naar het terrein ten Oosten van het landingspunt trok. Hij vereenigde zich met het Ilde bataljon der 5de halve brigade, welk bataljon in deze richting teruggetrokken was, en stelde zich toen op ten Zuiden van de Kleine Keeten, echter nog ten Oosten van den zanddijk en de hierlangs gaande groote sloot* Omtrent den middag meende Daendels met een aanval niet langer te kunnen wachten; elk oogenblik uitstel zou in het voordeel van de Engelschen zijn, die steeds nieuwe afdee- lingen ontscheepten. Tusschen 1 en 2 uur n. m. 1) trouwens al laat genoeg waagde hij de kans. Op zijn linkervleugel, bij de Groote Keeten, waar zich de teruggeworpen jagerbataljons verzamelden, beschik te hij over het Iste en het lilde bataljon der 5de halve brigade en 1 sectie rijdende artillerie 2) en verder over de bataljons der brigade Van Zuylen, naarmate die ter plaatse verschenen s). Generaal Yan Guericke kon niet met den Bataafschen linker vleugel samenwerken, 't zij, omdat hij de desbetreffende bevelen van den Generaal Daendels te laat ontving, 't zij, omdat het met kreeken en slooten doorsneden Koegras, dat met vloed onderloopt, hem elke beweging verhinderde. Bovendien was hij door eene terreinafscheiding, de breede en diepe, langs den zanddijk loopende sloot, van de duinen gescheiden, waardoor de Engelschen zich Zuidwaarts wendden. De bij Huisduinen achter gebleven afdeelingen gevoelden zich te zwak om iets van belang te ondernemen tegen de naar deze zijde frontmakende, Engelsche afdeelingen; bovendien is het zeer de vraag, of zij een bevel tot aanvallen ontvangen hebben. Alzoo werden de Engelschen niet, zooals Daendels bedoeld schijnt te hebben, van twee zijden tegelijk, uit het Noorden en uit het Zuiden, door de Bataafsche troepen aangevallen, doch alleen uit het Zuiden en door slechts twee bataljons met een 1) IV, blz. 118. 2) Ook nog 1 eskadron dragonders, later door meerdere versterkt. In het zware duinterrein km deze ruiterij echter niets uitrichten. 3) X, blz. '2.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 560