547
van tijdige opheldering kan voldoen. Het vergrooten van dien
afstand verdient ook daarom geen aanbeveling, omdat, tegen
over den I. Y. deze ruiterij 's nachts in het bivak der andere
wapens moet worden aangetrokken.
Veelal voert men tegen cavalerie-opheldering op dezen af
stand aan, dat althans in den aanvang der operatiën dikwijls
geageerd wordt in geheel onbekend terrein, waardoor het dei-
leiding zoo goed als onmogelijk wordt haar te dirigeeren, terwijl
de cavalerie haren weg niet zal kunnen vinden, omdat gidsen
hare snelle bewegingen niet kunnen volgen. Maar hieruit volgt
nog niet dat ophelderende cavalerie op overzichtelijke terreinen
geen 3 K. M. kan vooruitgaan, wel volgt eruit dat zij sprongs
gewijze moet marcheeren, dat zij van tijd tot tijd het gezichts-
verband met de colonne moet herstellen en dat haar aanvoerder
telkenmale zijn voorsprong moet vergrooten of verkleinen naar
mate het terrein dat veroorlooft of vergt.
Over het algemeen moet men zich over de veiligheid der voor
uitgeschoven cavalerie geen overdreven zorgen maken. De ruiter
heeft meer overzicht over het terrein dan de voetganger en
bovendien heeft de veelal weinig met paarden bekende inlandsche
strijder een aangeboren ontzag voor ruiterij, dat toeneemt met de
grootte harer paarden. Aan den cavalerie-aanvoerder om dat
ontzag op het benoodigde peil te houden, door zoo spoedig
mogelijk den tegenstander gevoelig aan het verstand te brengen
dat paardenbeenen sneller zijn dan de zijne en beider sabels
even scherp. Hoe krachtiger cavalerie in den beginne optreedt,
hoe veiliger zij voortaan haar werk kan verrichten.
Maar, hoor ik mij al tegenwerpen, wilt gij dan in den aan
vang der operatiën, wanneer nog ieder volwassen man een
gevaarlijk tegenstander is, wanneer 's vijands onbegrensde
fanatieke moed en doodsverachting nog niet bekoeld zijn, onze
cavalerie op 3 K.M. vooruitzenden?
Neen lezer, dat wil ik niet
Ook in den strijd tegen den B. Y. werpt men zijn eerste
échelon zonder cavalerie op de vijandelijke kust en moet dit,
geheel op eigen kracht steunende, zich het bezit van eene ter-
reinstrook van voldoende ruimte verzekeren. Doet het voet
volk dit tegen den I.Y. ook, deelt het in breed front oprukken-