548 de onmiddellijk gevoelige slagen uit, dan ondergaat 's vijands moreel al dadelijk zulk eene douche, dat het aldus voor vol gende dagen hare cavalerie den weg heeft gebaand (jongste Boni-expeditie). Doet de infanterie dit echter niet (le Atjeh- expeditie) dan kan, de eerste dagen de ruiterij haar taak niet naar behooren vervullen, doch dan heeft het voetvolk de zijne ook niet gedaan. Verdedigt de vijand zijn kust niet, dan wijst dit er veelal op dat hij van eene offensieve krijgvoering heeft af gezien en is cavalerie-opheldering op eenigszins ruimen afstand dus mogelijk en nu ook noodig, omdat men den tegenstandei dan geimmobiliseerd in voorbereide stellingen in het binnen land zal aantreffen. Moet van uit bevriend of eigen gebied uit worden geopereerd, teekent zich in het algemeen het karakter van 's vijands strijd- voering minder duidelijk, welnu dan doe de bevelhebbei aanvanke lijk doch zoo kort mogelijk noodgedrongen afstand van cava lerie-opheldering op eenigszins ruimen afstand en gebruike zijne geheele ruiterij voor de rechtstreeksche beveiliging, dit zal dan te minder bezwaren opleveren, omdat hij, om op alle gebeur lijkheden voorbereid te zijn, zijne macht veelal in een breed front zal doen oprukken; hij dus de minder tijdige berichten eenigzins vergoedt door eene grootere gevechts-bereidheid zijnei troepenmacht. Na onze beschouwingen over de taak der luiteiij belast met de rechtstreeksche beveiliging tegenover den B. V. kunnen wij hierover thans kort zijn. Belangrijke verschilpunten zijn hier: lo. dat de veiligheidscavalerie hier alleen behoeft te waken tegen plotseling geweervuur en tegen aanvallen met het blanke wapen. 2o. dat de I. V., vooral in het stadium van den strijd, waar in hij dezen nog offensief meent te kunnen voeren, eene duide lijke voorkeur aan den dag legt voor verrassend optreden en overvallingen zoowel met vuur als met het blanke wapen. Ook hier kan voor de cavalerie belast met de rechtstreeksche beveiliging noch een vasten afstand, waarop zij de infanterie der voorhoede moet voorafgaan, noch eene vaste breedte van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 570