549 - doorzoekingsfront worden aangegeven. Een met achterladers bewapende vijand kan op overzichtelijk terrein de infanterie- afdeelingen reeds op afstanden van 8 a 900 M. belangrijke ver liezen toebrengen, daar moet dus de veligheids-cavalerie haar patrouille-net zoover voor- en zijwaarts uitbrengen. Biedt het terrein echter dergelijke gunstige vuurstellingen niet, dan kan zij dien afstand aanmerkelijk verkleinen, en moet dit ook geschieden, omdat juist de bedekte en grillige terreinen 's vijands verrassende aanvallen met het blanke wapen begunstigen en zij hiertegen het beste waakt door haar patrouille-net te ver dichten 1). Ook hier dus geen immer geldend schema, doch een oordeelkundig aan het terrein aangepasten patrouillegang. Zoude men met punt 1 rneenen te mogen besluiten dat tegen over den I.Y. als regel met minder veiligheidscavalerie kan worden volstaan dan tegen den gelijkwaardigen tegenstander, punt 2 geneest ons van deze dwaling. Het is namelijk dui delijk, dat de vijand zijn verrassend optreden bij voorkeur tegen de minder goed bewaakte flanken der colonne, zoo mogelijk tegen die van den trein richt. Is men niet in staat geweest in de eerste gevechten 's vijands moreel geducht te knakken, dan openbaart zich een dergelijk optreden soms zelfs zoo krachtig, dat men in tactischen zin dan niet van eene meest bedreigde zijde kan spreken. Onder der gelijke omstandigheden is eene breede marschformatie, waarbij de trein door troepenafdeelingen wordt geëncadreerd, als aan gewezen. Daar het marcheeren in dien vorm echter zeer ver moeiend is, zien wij de colonne spoedig tot den ons allen bekenden langgerekten marschvorm langs kampong- en sawah-paden terug- keeren, welke formatie 's vijands kans op succes zoozeer ver hoogt, dat wij ook in latere stadia van den strijd altijd rekening moeten houden met de mogelijkheid van aanvallen met het blanke wapen zij het dan ook op kleine schaal in de flanken, bij voorkeur ter hoogte van den trein. Geschieden dergelijke aanvallen handig en op goed gekozen punten dan veroorzaken zij gewoonlijk bedenkelijke verliezen. Die benden ontgaan veelal 1) Somwijlen wordt de bedektheid en onbegaanbaarheid van het terrein van dien aard, dat cavalerie in de beveiliging niet meer kan voorzien, zoodat deze tijdelijk door het voetvolk zelf moet worden verricht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 571