550 de aandacht der ophelderende cavalerie, terwijl de voorhoede- cavalerie hen zoo zij handig optreden ook veelal niet kan melden, omdat zij om de vleugels van haar doorzoekingsfront heen, naar de colonneflanken opdringen. Daarom is het o. i. noodig dat aan elk bataljon in de marsch. colonne en aan de treinbedekking eene kleine afdeeling cava lerie b. v. 6 tot 8 man en een commandant worde toege voegd, welke de commandanten dier afdeelingen bezigen voor de beveiliging hunner flanken. Bij groote colonnes komt men met deze verdeeling der voor den veiligheidsdienst beschikbare ruiterij voordeeliger uit dan door alles onder den voorhoede commandant te vereenigen omdat, wil de voorhoede-cavalerie, 's vijands ongemeld opdringen naar de colonneflanken kunnen voorkomen, zij bij lange colonnes een aanmerkelijk breeder door zoekingsfront moet kunnen ontplooien, dan voor de zuivere frontbeveiliging wordt geëischt. Bovendien heeft men bij indee ling van flankpatrouilles het voordeel, dat dan aan elke afdeeling der veiligheidscavalerie eene afgeronde uitvoerbare taak wordt opgedragen, terwijl, mocht de vijand toch een flankaanval we ten door te voeren, hij onmiddellijk door een of meer patrouil les kan worden gechargeerd en vervolgd. Bij kleinere colonnes, bij transporten enz. kan de voorhoede-cavalerie voldoende tegen 's vijands optreden waken, door op daartoe gunstige punten telkenmale eenige manschappen te laten staan, totdat de colonne genoegzaam gepasseerd is, waarna zij langs de colonne weder bij hunne afdeeling aansluiten. Omtrent de sterkteverhouding, waarin ophelderings- en veilig heidscavalerie moeten worden gebezigd, het volgende. In beginsel moet veiligheidscavalerie in de eerste plaats wor den aangewezen, omdat zij altijd noodig is, (tenzij in bijzondere omstandigheden b. v. maréchaussee die taak voldoende kan waarnemen). Hare sterkte houdt verband met het moreel, de bewapening en de wijze van strijden van den vijand, met de gezindheid der bevolking en met het te doorloopen terrein. Staan wij in den aanvang van den strijd tegenover 's vijands ongebroken offensief, dan is eene groote sterkte der veiligheids- i) Het geval, dat bepaalde flankdekkingen waaraan natuurlijk cavalerie toegevoegd worden gebezigd, laten wij buiten beschouwing.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 572