551 cavalerie noodzakelijk. Later echter, wanneer de uit hun haard steden verdreven strijders rusteloos moeten worden opgespoord en vervolgd, wanneer de kans gering wordt dat deze benden, huiten de door hen ingenomen stellingen, nog energiek op onze flanken zullen optreden, dan kan met minder intensieve veilig heidsmaatregelen worden volstaan, en moet dit ook geschieden, omdat dan de opheldering weder meer krachten eischt. Onder die omstandigheden zal eene eenvoudige cavalerie-spits tei voor ziening in de rechtstreeksche beveiliging veelal voldoende zijn. Ten slotte wil ik nog eene vraag beschouwen, welke wellicht bij den lezer reeds gerezen is; zij luidt: Zoude het in aan merking genomen den geringen afstand, waarop ophelderende ca valerie tegen den I. V. vooruitgaat, een afstand nog vallende binnen de werkingssfeer van veiligheidscavalerie tegenover den B. Y. geen aanbeveling verdienen beide diensten in eene hand te vereenigen, m. a. w. tegenover den I. V. normaal slechts ééne ophelderende tevens beveiligende cavalerie-linie te bezigen Het opdragen van twee uiteenloopende functiën aan ééne afdeeling is in beginsel altijd verkeerd, omdat slechts die taak goed verricht wordt, waaraan de aanvoerder zijne volle aan dacht wijdt, waarvoor hij zijn volle énergie kan inzetten. Opheldering en beveiliging verschillen nu niet alleen in wezen zij eischen ook een verschillend gebruik, een eigen groepeering1 der ervoor ingezette krachten. De opheldering vorscht naar de groote doelen, zij spoort de te bestrijden krachten op, legt vorm en toestand waarin deze zich bevinden in hare berichten vast en verschaft de terreingegevens noodig om haar met vrucht te kun nen aangrijpende beveiliging vraagt in hoofdzaak alleen het afwij zen van vijandelijke ondernemingen tegen den eigen troep. Eischt de opheldering daarom vrijheid van beweging, een ruimen pa trouillegang en het bijeenhouden van een sterk gros om den weer stand van kleine afdeelingen, die het verkrijgen van inzicht in den toestand willen beletten, te kunnen breken, de beveiliging is in de hoogste mate aan de eigen troepen gebonden, zij vergt een engpatrouillenet ten einde het terrein te kunnen doorzoe ken, terwijl een sterk gros voor haar niet noodig is, daar zij on middellijk gevolgd wordt door sterke krachten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 573