555 Artikel 2. De divisiecommandant heeft onder zijne hevelenhet personeel van den staf der divisie; de drie Regimenten der Infanterie, het Regiment Cavalerie en 1 tot de di- het Regiment Veld-artil- visie be- lerie. J hoorende. Artikel 3. De divisiecommandant waakt, dat de verschillende wetten, reglementen en voorschriften hij de onder zijne bevelen gestelde troepenafdeelingen worden na geleefd, en draagt zorg dat de strijd vaardigheid dier troepenafdeelingen zoo hoog mogelijk wordt opgevoerd. Hij wijdt zijne zorg aan de tactische opleiding van aanvoerders en troepen, gaat de geoefendheid der troepen nauw lettend na en geeft met betrekking tot een en ander de vereischte aanwijzingen aan de onder zijne bevelen gestelde offi cieren, hij heeft intusschen geen recht- streeksehe bemoeienis met de elementaire opleiding der onder zijne bevelen gestel de bereden troepenafdeelingen nocli met de africhting der daartoe behoorende paarden bij de depots der Regimenten Veld-Artillerie. De elementaire oplei ding wordt geacht te eindigen bij de Infanterie met de oefeningen in de compagnie; bij de Cavalerie met die in het eska dron en bij de bereden troepen met die in de batterij. Artikel 4. De divisiecommandant bevordert het houden van afzonderlijke en gezamen lijke kader- en andere oefeningen door Artikel 1 (Instr. Brig. Cn.) (1) De Afdeelings- tevens brigade commandanten en de Gewestelijke mi litaire commandanten hebben onder hunne bevelen alle in hun comman- dement gelegerde onderdeelen van het Leger, uitgezonderd die in de Leger- formatie onder de hoofden A, BC, en T vermeld. (2) Aan genoemde autoriteiten wordt, v. z. n. door het Legerbestuur de sa menstelling der brigade, waarover zij als commandant optreden, medegedeeld. Artikel 3 (Instr. Inspectiën.) De inspecteurs zullen onderzoek doen naar de algemeene militaire ontwik keling der officieren van de verschil lende wapens en hetgeen daarvoor door de korpscommandanten gedaan wordt. Leidraad voor opleiding en oefe ning der Inf. 1. De bataljons- en detacliements com mandanten op Java zijn aan den Chef van het wapen der Infanterie (die op de Buitenbezittingen aan den betrokken Gewestelijk Militairen Commandant) ver antwoordelijk voor de opleiding, de vorming en de geoefendheid der onder hunne bevelen staande officieren en minderen alsmede voor den behoorlijken staat van slagvaardigheid, waarin het bataljon of het detachement zich te allen tijde moet bevinden. Art. 19 Regl. Inw. Dienst. De Korpscommandant is verantwoor delijk voor alles, wat het korps betreft Hij oefent over het korps een volko men gezag uit, ten einde de onderschei dene reglementen en voorschriften zoo mede de van hooger hand gegeven be velen daarbij te doen opvolgen. Leidraad manoeuvres 1905 4 en 5. Door de in eenzelfde garnizoen gele gerde afdeelingen van verschillende wa pens—depótafdeelingen uitgezonderd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 577