559 A. O. 1900 No. 70 Art. 8, 2e lid. c. subalterne officieren, onderofficie ren en minderen der Infanterie bij eene andere divisie, wanneer hieromtrent met den betrokken divisiecommandant overeenstemming is gekregen. In tegen gesteld geval wordt de beslissing van den Commandant van het Veldleger gevraagd; 2o. tot het verleenen van binnen- landsch verlof tot en met ééne maand aan het personeel tot zijne divisie be- hoorende. 3o. tot het toekennen van belooningen of medailles, aan het personeel tot zijne divisie belioorende, voor zoover ten deze geen bijzondere voorschriften ge geven zijn 4o. tot het benoemen van officieren der Infanterie in speciale betrekkingen, voorzoover aan die betrekking geen hoo- gere bezoldiging of geen bijzondere be looning is verbonden, de benoemingen tot directeur van een cursus of die bij het Regiment Grenadiers en Jagers uit gezonderd. Het personeel beneden den rang van Officier wordt door hem 1) ingedeeld en overgeplaatst en de aanvulling van de verschillende korpsen door hem ge regeld. Art. 6. De Chef van het wapen doet in verband met de vastgestelde formatie aan den Commandant van het Leger de voor drachten tot plaatsing en overplaat sing van hoofdofficieren en voorzoover zulks niet tot zijne bevoegdheid behoort van subalterne officieren van zijn wa pen. Conform. Zie A. O. 1904 No. 151 B Art. 2. Deze bevoegdheid berust in Indië geheel bij het D. v. O. Zoo is voor den Chef der Inf. bepaald (A. O. 1900 No. 70. Art. 3. zooals ge wijzigd bij A. O. 1907 No. 53) Art. 3. De chef heeft onder zijne on middellijke bevelen: e. de Commandanten van de tot de brigades behoorende Infanterie-korpsen voor wat betreft de zuiver technische aangelegenheden en het administrief beheer. Voor zoover niet uitdrukkelijk anders is bepaald, ontvangt hij van genoemde commandanten alle verzoekschriften, rapporten, voordrachten en opgaven betreffende aangelegenheden waarmede de Afdeelings- tevens Brigade-comman danten geene bemoeienis hebben, ra kende le. het personeel en den dienst van het wapen en de daartoe behoorende instellingen 2e. het administratief militair beheer van het korps maréchaussee te voet in Atjeh en O. met dien verstande dat verzoekschriften enz. welker behan deling uitsluitend tot het dienstvak der Mil. Administratie behoort, rechtstreeks door genoemde commandanten bij het I. M. T. 908. 1) Chef van het wapen. 3ö

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 581