562 divisiecommandanten en hoe schoorvoetend het Indisch Legei- bestuur een weinigje macht loslaat. Het is, of wat decentralisatie aangaat men van de ge huldigde beginselen bij het Binnenlaudsch bestuur niet heeft willen afwijken en brigade-commando's heeft geschapen, die eigenlijk geen commando's zijn. Dat is de eerste indruk, dadelijk gevolgd door een tweede. „blijf van de techniek af". Het is ons onverklaarbaar van waar die angst, om m de technische aangelegenheden den brigadecommandant in te schakelen, den bevelhebber, die in de eerste plaats met de pro ducten van die techniek moet werken. Wel is waar is bij een latere order (1907 No. 53) bepaald, dat technische aangelegenhedenwaarvan kennisneming voor de betrokken brigade-commandanten van belang worclt geachthen ter kennisse zullen worden gebrachtdoch dat is maar half werk. Stem heeft hij niet, althans niet als eerste tusschenpersoon tusschen den Legercommandant en het leger, hier in den vorm van de (bij ons) grootste commando-eenheid. Naar verhouding is aan de Gewestelijk militaire comman danten een veel grootere macht gelaten, een deel van het leger bestuur is ook hen toevertrouwd, terwijl dat aan den comman dant van een brigade, een veel grootere tactische eenheid, ont houden is, door hem alleen te proclameeren tot aanvoerder in tactischen zin. Men voelt dat hier iets niet in orde is en waar aan de eene zijde de. macht wel ruim is overgedragen,zij het ook met het oog op de afstanden, en aan de andere zijde niet, moeten nog andere beweegredenen gegolden hebben voor het doorvoeren van zoo'n afwijkend beginsel. Aan de divisie-com mandanten is de zorg der Infanterie geheel toevertrouwd, zij zijn dus chefs van dat wapen voor wat betreft hun troepen- deel, doch dat neemt niet weg, dat voorstellen voor de bereden Artillerie en de Cavalerie ook door hen beoordeeld worden. Hieruit volgt, dat als regel een Infanterist divisiecommandant zal zijn, zooals tot nu toe ook nog voor de afdeelingscomman- danten in Indië is bepaald (A. O. 1860 No. 1-3 art. 18) alhoewel verwacht mag worden, dat de betrekking van brigade-comman dant voor alle tactische wapens zal worden opengesteld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 584