566 Art. 5 I. D. Cn. is niet minder belangrijk en verleent aan den divisie-commandant het recht van initiatief inzake de Infanterie en van amendement in zake de andere wapens, waartegen het In dische voorschrift schril afsteekt met de verbodsbepaling van punt 2 van art 2 (I. B. Cn) en de evenredig ruimere bevoegdheid van de korpscommandanten. Komt bij aandachtige lezing niet onwil lekeurig de vraag op: „Is het wapenbelang hier niet hooger gesteld, dan het algemeen belang?" Art. 6 I. D. Cn. behandelt kort en zakelijk de inspectiën. Behalve art. 8 van de I. B. Cn kunnen we van Indische zijde daar tegen over nog eene afzonderlijke Instructie van negen artikelen voor hèt houden van algemeene inspectiën door of namens brigade commandanten stellen. Nietig en verscholen achter bijzaken ligt de toch zoo uiterst gewichtige reeds bovenaangehaalde 2e alinea van art. 2 van gezegde Instructie die zegt: Hoofdzaak van de inspectiën moet zijn: het onderzoek naar de practische bruik baarheid der troepen. Niet in hun verband ten opzichte der brigade wordt dit geëischt. Ook is het niet beperkt, als door het in art. 3 I. D. Cn. gestelde, neen in vrij algemeenen zin is het op te vatten en het vloekt dan ook wel tegen den algemeenen indruk, die de I. B. Cn geeft. Maar waarom zoo'n belangrijk voorschrift daar te verschuilen en te laten vooralgaan door den raad „de inspectiën bij voor keur onverwachts te doen plaats hebben", een bijzaak, die ge rust mag overgelaten worden aan het beleid van den Inspecteur. Een Inspecteur, die onoordeelkundig de zaken nagaat, verdient zijn positie niet. In de zorg voor paperassen (laatste zin van art. 6) voorziet het afzonderlijke art. 8 van de Inst. Inspect. Art. 7 I. D. Cn. ontbrak aanvankelijk in onze voorschriften. De negatie van alle wetenschappelijke kennis vierde toen haar hoogtij en het criterium van alle bekwaamheid lag in „woud- loopen" en „djahat's vangen". Weliswaar droeg hiertoe bij een verhoogde werkzaamheid als Rijkspolitie van onze troepen, doch zoolang nog de landsverdediging voor een niet gering

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 588