574
Bijzonderheden bij het vuren.
Duor een bijzondere inrichting van den patroonhouder wordt
de laatste natroon van een houder eerst dan in de kamei ge
bracht als de ledige houder is afgenomen.
Wordt een volle houder dus geplaatst nadat reeds een houdei
automatisch is verschoten, dan behoeft de zwengel niet opnieuw
achterover gehaald te worden om te laden.
Dit is een aanmerkelijke tijdsbesparing bij het afgeven van
snelvuur, daartegenover staat het nadeel, dat een geweer waaruit
automatisch is geschoten, na afloop steeds geladen is.
Bij het eindigen van het vuur moet de schuttel er dus om
denken om öf na het afnemen van den ledigen houder nog eens
af te trekken, öf na het afnemen van den houder de patroon uit
de kamer te verwijderen door het achterover slaan van den
zwengel.
Aangezien geen waterkoeling wordt toegepast woidt de loop
zeer spoedig warm.
Na het afgeven van 2 seriën van elk 192 schoten, met een
kleine pauze tusschen de seriën voor het vullen van de houdei s,
kon het geweer alleen bij en beneden den greep worden aan
gevat. Behandeling was echter toch nog mogelijk, door de
vork op te slaan en het geweer daarop in de hand te doen
steunen.
Volgens den agent is het wel gewenscht na 1000 schoten den
loop te laten bekoelen, maar dat het overigens geen bezwaar
was 1500 schoten achter elkaar af te geven. De trefkans was
dan nog voldoende.
In Denemarken stoort men zich weinig aan het warm zijn.
Na het vuur wordt het geweer eenvoudig in het foudraal, dat
geheel van leder is, geplaatst en verkrijgt men daardoor slechts
eenige verschroeiing van den binnenkant van het foudraal. De
schutter heeft daar bovendien een soort oliespuit met water
gevuld bij zich, om den loop zoo noodig iets te Kunnen afkoelen.
De afkoeling tot handwarm duurde na bovengenoemd snelvuur
4- 20 minuten. Hierbij werden geen kunstmiddelen toegepast.
Een nadeel is, dat ook het vizier zeer warm wordt en met
de onbeschermde hand niet kan worden versteld. Volgens den