575 agent wordt dit nadeel bij de troepen, die het geweer reeds in gebruik hebben, niet ernstig gevoeld, omdat de op den grond liggende schutter wel steeds een blaadje of wat gras in de nabijheid heeft om de handen te beschermen bij het verstellen Zijn 200 schoten achter elkaar afgegeven, dan mag geen patroon in de kamer worden gelaten. Deze zou volgens den agent van zelf ontbranden. Strooi-inrichting De verbinding van het geweer met den steunvork is zoodanig dat het geweer daarin in alle richtingen eenigszins kan worden gedraaid. Bij belangrijke wijziging van het mikpunt is verplaatsing van het geweer zeer eenvoudig. De steunvork is ingericht voor liggend vuur. Het zou volgens den agent aanbeveling verdienen, indien de vork zoodanig werd ingericht, dat zij bijv. op 3 verschillende hoogten kon worden gesteld. Tactische gegevens. Het tot vuren gereedmaken duurt na het halt houden van het paard 22 seconden. Hierbij werd nog een afstand van ongeveer 10 H. afgelegd. Tot op ±150 M. is met een kijker niet te onderscheiden of een man met een geweer M. 95 of een Madsengeweer loopt. Werking van het mechanisme. Bij geplaatsten houder wordt, door de werking van een veer, de onderste patroon uit den houder zijwaarts naar binnen ge drukt. Door het achteroverleggen van den zwengel, wordt de loop met raam en slot, in het geheel naar achter gebracht. Gedurende die achteruitgaande beweging wordt het sluitstuk aanvankelijk recht achteruit geleid, vervolgens achteruit en omhoog, om in den meest opwaartschen stand gedurende het vuur de ledige hulzen naar onder te kunnen uitwerpen. Vervolgens wordt het sluitstuk omlaag gedrukt, waardoor de patroon uit den houder- gelegenheid krijgt in het raam te treden. Door de bij het I. M. T. 1908. «7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 597