Eenige Opmerkingen over het
Schietvoorschrift*
In 35 Schoolschietoefeningen staat, dat bij de eerste 7 oefe
ningen de treffers in de figuur tellen.
Waarop heeft dit „tellen" betrekking? Voor het bepalen der
premie misschien? M. i. moet voor recruten de stiook tellen
voor alle oefeningen en wel om de volgende reden.
Ingevolge 34 noemt de recruut voor den aanvang der oefe
ning0 zijn mikpunt in verband met de eigenaardigheden van
zijn geweer (die hij nog moet leeren kennen) en met de afwij
king tengevolge van weersinvloeden. Laat ons echter aannemen,
dat de man uit het beeldschieten heeft geleerd, dat zijn geweer
iets rechts draagt en dat geen weersinvloeden zich doen gelden.
Hij zal dan goed doen zijn mikpunt te kiezen iets links van
het midden der middenfiguur en een weinig in het zwart dus
hoven den onderrand, vooral bij de oefeningen 4, 5 en 7, want
de recruut heeft immers een normaal dragend geweer. De
kleine fout, bij het inschieten niet te vermijden, heeft zeer
weinig invloed vergeleken met de grootere fouten, die hij maakt
bij het schieten.
Schutter No. 1 schiet nu en treft de middenfiguur juist niet maar
brengt zijne schoten alle rond den kop rechts en links boven
de schouders. Hij verkrijgt nu geen treffers in de figuur ofschoon
hij maar kleine richtfouten heeft gemaakt in hoogte en breedte.
Schutter No. 2 heeft eenzelfde geweer, maar maakt grootere
fouten in de breedte (niet in de hoogte) en treft, ofschoon hij
ook richt op de middenfiguur, 3 X h de linkerfiguur en 2 X
in de rechterfiguur. Voor No. 2 tellen nu 5 treffers, teiwijl
hij slechter schiet. Dit maakt op de recruten een slechten in
druk. No. 2 denkt, dat hij beter heeft geschoten dan No. 1, omdat
voor hem 5 treffers worden aangewezen en voor No. 1 geen.