579
Toeval, hoor ik zeggen! Neen werkelijkheid, deschijfbeelden
liggen voor me, die uitwijzen dat schutters met kleiner breedte
spreiding minder tellende treffers hebben dan schutters met
grooter breedtespreiding, terwijl alle treffers in de strook vallen.
Het is mijn inziens dan ook beter om te bepalen, dat voor
recruten alle treffers in de strook tellen en het aan de comp.
comdt. wordt overgelaten om de premie te bepalen naar gelang
de figuur, waarop geschoten is, eenige malen wordt geraakt, in
verband waarmede het ook wenschelijk is het mikpunt in het
schietboekje 'aan te geven, opdat een beoordeelaar als bedoeld
in 33 laatste zinsnede, uit dit boekje de noodige gegevens
kan putten en de man ook later kan zien welke fouten hij heeft
gemaakt ten opzichte van zijn gekozen mikpunt.
Evenzeer acht ik het wenschelijk om het aantal secunden
in het boekje op te nemen, want een schutter, die in 20" 5
schoten brengt in de figuur waarop hij mikt, schiet beter dan
hij, die er 30" over doet. Door mij wordt echter herhaaldelijk
er op gewezen, dat de man zich niet haasten moet en hij de
hem toegemeten tijd mag gebruiken.
Over de aanwijzing der schoten. Volgens 140, 2de zinsnede,
wijst de gegradueerde de plaatsen aan, waar de schijf dan
wel de figuur is getroffen.
Bij het schieten is gebleken, dat die aanwijzing aanleiding
geeft tot onduidelijkheid. Vooral nadat de opteekenaar geruimen
tijd op de aanwijsschijf heeft zitten turen, wordt het onder
scheiden der aanwijzing moeilijk. Herhaaldelijk moet het teeken
„herhaling der aanwijzing" van 136 worden gegeven, hetgeen
storend werkt op den gang der oefening.
Stel men schiet op de strookschijf met koppen en een schot
valt iets beneden de middenfiguur. De gegradueerde wijst nu
met het zwart van de ruit van den aanwijsstok (niet aanwijsvlag,
zooals in 140 staat) naar voren gekeerd die plaats aan, maar
op de aanwijsschijf komt hij dan terecht ongeveer midden in
de donkere middenfiguur; de plaats is moeilijk te zien.
Zoude het daarom geen aanbeveling verdienen om voorloopig
de strooken cijfers te geven bijv.:
witte strook onder 1, idem boven 0, koppenstrook 2, bor-
1) Voorloopig omdat ik andere staatschijven wenEch, waarover later.