582 Uit het voorgaande blijkt, dat ik voor recruten steeds wensch strookschijven, als van 35, de poppen niet zooals zij nu op de schijven staan ik verschreef mij bijna en noemde het potten, maar figuren in houdingen, als geschetst in het verslag der Ind. Krijgsk. Yer. dd. 28 Nov. 1902 (Plaat van bijlage 1 op bladz. 31) en wel de koppen licht gekleurd. Op zulk soort doelen vurende, leert de man toch wat in 38 van hem wordt gevorderd (1ste zin) en hij leert beter hoe hij in verschillende gevallen zijn mikpunt heeft te wijzigen op het doel dat hij wil raken 32 gewijzigde redactie van zin 2), want hij weet nu en de onder wijzer ook welke fouten hij gemaakt heeft, wat bij de oefe ningen van de thans bestaande 36 niet het geval is. M. i. is de verzwaring van onzichtbaarheid, beschikbaren tijd, looppas en beweging reeds meer dan voldoende, terwijl ook de afstanden grooter worden. De bewegende en verdwijnende strookschijven kunnen van kleiner afmetingen worden dan de thans gebruikelijke, omdat de man reeds in het schieten eenigszins is geoefend en de schijven anders te onhandig zijn in het gebruik 1). April 1908 S. L. Blok. 1) Zie het hierachter voorkomende artikel van de hand van den kapitein H. Lamberts: Toelichtingen op het Schiet voor schrift. Bed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 604