- 590
schen van het Indische Leger. Tegenwoordig minder dan ooit,
nu de ministrieele levens kort zijn.
Duidelijke zaakrijke voorlichting ten deze, zou dus vermoe
delijk op hoogen prijs gesteld worden, wanneer zij kwam van
mannen, die hunne sporen in den Indischen dienst verkregen
hebben, en de tolk van dat leger zijn. Nu beschikt het minis
terie van koloniën wel over een staf van gewezen officieren
die daar werkzaam zijn, maar houden deze wel de voeling met
hun voormalig leger? Met allen eerbied voor hunne werk"
zaamheid, is twijfel daaraan geoorloofd.
Zouden de ambtenaren van het Binnenlandsch Bestuur dat
gemis aan voorlichting begrepen hebben, toen zij hunne ver-
eeniging stichtten?
Dat weten wij niet maar eene vingerwijzing geeft die stich
ting der vereeniging ons wel, hoe te handelen.
Niet het oprichten van een bond, in eene opwelling van ontevre
denheid en met warme hoofden voert tot het doel, maar wel
eene vereeniging, door eendrachtig handelen, na rijpe over
weging met koele hoofden en warme harten gesticht kan eene
waardevolle bron van inlichtingen voor de regeering in Hol
land zijn.
Het hoofdbestuur der Vereeniging van officieren van het In
dische Legermoet in Holland zetelen, en bestaan uit mannen,
die eene eervolle loopbaan in het Leger achter den rug hebben.
Een dergelijk bestuur, gesteund door alle actief dienende offi
cieren, leden der vereeniging, door de pers in Holland en in Indië,
zou zeer veel voor het leger kunnen doen. Moreel sterk gesteund,
gedachtig aan hetgeen zij in den besten tijd van hun leven,
physiek en intellectueel in 's lands dienst gepresteerd hebben,
moet het hun eene aangename gedachte zijn, na hunne pension-
neering nog hunne beste krachten aan het belang van het leger,
waartoe zij zoolang behoorden, te kunnen geven.
Eene dergelijke vereeniging, wars van groote woorden en
schetterklanken, zou ongetwijfeld door de regeering erkend wor
den, en hare woorden een aandachtig gehoor vinden.
De vereeniging der ambtenaren bij het Binnenlandsch Be.
stuur is met vrucht werkzaam.
In de Nieuwe Courant van 1 Maart 1908 lezen wijDeze
