- 592
8. Het voeren van bij keuze bevorderde officieren, zóólang
boven de gewone formatie, tot zij aan de beurt van bevordering-
waren.
9. Het geven aan den Minister van Koloniën van een
krachtigen moreelen steun, wanneer in de Volksvertegenwoor
diging bij de behandeling der Indische begrooting woorden aan
ons adres weerklinken van „moordenaars" en „bloedhonden,"
en afkeuring te kennen wordt gegeven over mannen, chets,
die zich verdienstelijk maken jegens het vaderland, en meesterlijk
aangevoerde tochten door vijandelijk gebied tot een prachtig einde
brengen.
10. Te bevorderen, dat door het Legerbestuur ter kennis van
alle officieren van het Indische Leger worden gebracht, de er
varingen omtrent vechtwijze van den vijand, terrein, toegepaste
tactiek daartegen, gevolgde verplegingswijze enz. enz. door
eminente troepenaanvoorders.
Wel erkennen wij dankbaar, dat in het I. M. T. 1) af en toe
opstellen voorkomen over Ceram Flores Timor Bali enz.
maar van de ervaringen van kapitein Christoffel vernamen wij
weinig. Dit zou toch zoo hoogst nuttig en leerrijk zijn.
Zou de Generale Staf geen geschiedkundig werk daarvan
kunnen publiceeren?
11. Het 'invoeren op Academie en Hoofdcursus van het Ja-
vaansch als verplicht leervak, het verminderen van het aantal
teekenlessenen van de vakken Mechanica, Hoogere Meetkun
de en Beschrijvende Meetkundedie voldoende in Alkmaar onder
wezen worden en op iedere H. B. S.
Infanterie en Cavalerie hebben daaraan weinig! Vermeerdering
van het aantal lesuren in paardrijden2)
Ploëbkel.
1) Moet het orgaan zijn van alle officieren. Dan is een bond niet noodig. Indien
het I. M. T. meer wordt gelezen en geraadpleegd ook vooral in de verschillende lagere
en hoogere bestuurskringen. Bed.
2) Er zijn wel meer noodiger zaken. Bed.