597 De geringe schietuifckomsten hebben daaraan schuld. Van waar anders die schrijfbeelden met groote breedtespreiding „Wij hebben een maand geschoten" wordt ongeveer medio April verklaard, zoodat half Maart met schieten is begonnen. Het schietvoorschrift kwam in handen van den troep ongeveer begin Februari, zoodat in 6 a 7 weken de recruten zoover werden gebracht, dat zij tot schieten met scherp konden overgaan. Laten wij nu eens kijken, wat de circulaire van den chef van het wapen d. d. 22 Januari 1908 No. 558 zegt. „De opleiding vangt eerst aan, wanneer de officieren grondig x) bekend zijn met den inhoud van het Voorschrift en het kader zoowel praktisch als theoretisch 1) behoorlijk onderlegd is voor zijn taak als instructeur" enz. En verder. „Bij onvoldoende x) vaardigheid in het snel en gericht x) in den aanslag brengen van het wapen, wordt de man niet toege laten tot de school- en de voortgezette schietoefeningen". En dat alles in 6 a 7 weken!! Zoo had ook elders een klasse Europeesche recruten vóór den len Mei reeds alle oefeningen van de 35 en 36, alsmede de voorgeschreven vier gezamenlijke oefeningen doorloopen. Men ging blijkbaar van het idee uit, dat de 6 a 7 weken na het verschij nen van het schiet voorschrift af te leveren recruten, de geheele recruten opleiding (in het schieten) achter den rug moesten hebben. Was deze opvatting te voorzien geweest, ik ben er zeker vam dat de chef van het wapen zijn veto zou hebben doen hooren. Als het inderdaad zoo gemakkelijk was den man een groote schietvaardigheid bij te brengen in 6 a 7 weken, zou ik willen vragen, waarom wij ons nog langer het hoofd breken over schietopleiding. Die kon dan wel in de allerlaatste plaats op het programma gebracht worden. Ook bij meerdere compagnieën der veld-en garnizoenstroepen is reeds met de schietoefeningen begonnen; ik zou wel eens willen weten bij welke Bataljons daarmee nog niet is begonnen. Kijk eens; wanneer men bij de veld- en garnizoenstroepen rekent op één schietdag in de week, dan zou ik zoo zeggen, dat men 1) De eursiveering is van my.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 619