598 gegeven het feit, dat het schietjaar duurt tot einde December en dat er 26 oefeningen te doorloopen zijn toch niet vóór Juli a. s. met schieten had behoeven aan te vangen. Neemt men aan, dat bij de Depötbataljons driemaal in de week geschoten kan worden, dan kan men van de 6 maanden recrutentijd voor de Inlanders toch 249 15 weken beste den aan de voorbereidende opleiding. Niet dat men die laatste 9 weken daar niet aan zou doen, stellig niet; de snelle en gerichte aanslag moet aldoor be oefend worden. In verband met genoemde feiten kunnen zich twee gevallen voordoen. Ie of de Korpscommandanten jagen de Comp. Comdtn. op, om met het schieten met scherp haast te maken, 2e öf den Comp. Cn. mangelt het aan inzicht, in welk geval de Korpscommandanten, ingevolge de laatste alinea van 1 „Leidraad voor bet houden van oefeningen enz." hadden moe ten ingrijpen. Waar is in het eerste geval de zelfstandigheid van den Comp. Comdt. gebleven, hem, in verband met de verantwoordelijkheid, die hij heeft te dragen, door het voorschrift toegekend? (Zie 2 S. V.) Had men de einde April af te leveren recruten niet kunnen overgeven met de aanteekening: „Heeft de voorbe reidende schietoefeningen doorloopen tot b. v. 29 S. V."? Ik meen, dat de betrokken Comp. Cn. zeker meer verant woord zouden zijn dan nu, nu de recruten in 6 a 7 weken door de oefeningen van de 16 t/m. 36 zijn gejaagd. Maar het is niet te verwonderen, dat fouten worden begaan en nog begaan zullen worden: Een nieuw voorschrift en geen onderlegd onderwijzend per soneel; slechts enkele officieren, die er in zitten. De Heer Blok acht het wenschelijk het aantal secunden in het schietboekje der recruten te vermelden. Want, zegt Z.E.G., een schutter, die in 20 secunden 5 schoten brengt in de figuur, waarop hij mikt, schiet beter dan hij, die er 30 secunden over doet. Volkomen juist!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 620